4
|
Beknopte handleiding
4.2 Ruimteverwarming/-/koeling
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
12
De functie verwarming/koeling van ruimten AAN of UIT zetten
OPMERKING
Vorstbescherming kamer. Zelfs als u de ruimteverwarming/-koeling UIT zet ([C.2]:
In werking > Ruimteverwarming/-koeling), kan de vorstbescherming kamer
– indien ingeschakeld – nog worden geactiveerd. Voor regeling via de
aanvoerwatertemperatuur en regeling via een externe kamerthermostaat is de
bescherming echter NIET gegarandeerd.
OPMERKING
Vorstpreventie waterleidingen. Zelfs als u de ruimteverwarming/-koeling UIT zet
([C.2]: In werking > Ruimteverwarming/-koeling), zal de vorstpreventie voor
de waterleidingen – als ingeschakeld – actief blijven.
1 Ga naar [C.2]: In werking > Ruimteverwarming/-
koeling.
C.2
In werking
Ruimteverwarming/-
koeling
2 Stel de werking in op Aan of Uit.
De gewenste kamertemperatuur wijzigen
Tijdens de kamertemperatuurregeling kunt u het instelpunt-scherm van de
kamertemperatuur gebruiken om de gewenste kamertemperatuur af te lezen en
aan te passen.
1 Ga naar [1]: Kamer.
1
Kamer
2 Pas de gewenste kamertemperatuur aan.
a
1
21
°C
Kamer
a Werkelijke kamertemperatuur
b Gewenste kamertemperatuur
De gewenste aanvoerwatertemperatuur wijzigen
U kunt het instelpunt-scherm van de aanvoerwatertemperatuur gebruiken om de
gewenste aanvoerwatertemperatuur af te lezen en aan te passen.
Aan
b
+
–
EWAA011~016DA + EWYA009~016DA
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
en compacte lucht-water warmtepompen
4P620246-1A – 2021.02