Optische toerentalaanduiding
Na het inschakelen van de machine d.m.v. de hoofdschakelaar, en dus het onder spanning brengen
van de machine, kan men ogenblikkelijk op de voorzijde van het bedieningspaneel het ingestelde
toerental van de hoofdzaag aflezen.
Bij het veranderen van toerental moet men er altijd zorg voor dragen dat de detectievork (1) goed
meegeschoven wordt en voelbaar klikt in één van de posities. Verzeker u ook van het feit dat de vork
goed geplaatst is, om te vermijden dat de riem tegen de vork aanwrijft, wat tot voortijdig verslijten van
de riem kan leiden. Uw machine heeft 3 toerentallen: 3000, 4000 en 5000 T/min.
Riemwissel en -spanning
Kies altijd de correcte snelheid in functie van uw zaagbladdiameter. Om de snelheid te veranderen,
eerst de klemhendel (29.1) losdraaien. Vervolgens via het handvat (29.2) de motor omhoog heffen.
Nu kan de riem in de gewenste gleuven gelegd worden (fig. 28). De hoogste snelheid wordt bereikt
met de riem het dichtst bij de zaag. Verifieer dat de toerental detectievork in de juiste stand staat (zie
ook "Optische toerentalaanduiding).
Vervolgens de motor laten zakken tot de riem de juiste spanning heeft. Een juist gespannen riem
laat zich in het midden onder lichte druk over ongeveer de dikte van de riem indrukken. Een te hard
aangespannen riem leidt tot schade aan lagers en een vroegtijdig verslijten van de riem.
Zie regelmatig de toestand van de riem na en verwissel indien nodig (bestelnummer : NXPA800).
Gebruik enkel Robland vervangonderdelen.
34
( Fig.28-29)