THERMISCHE BEVEILIGINGEN
De machine is uitgerust met thermische beveiligingen op de zaag- en voorritsmotor. Mocht
één van deze beveiligingen de machine uitschakelen, dan moet er voldoende lang gewacht
worden tot deze beveiliging afgekoeld is en men de machine weer kan opstarten.
Plaatsen van de rolwagen op
de machine
De rolwagen is op voorhand, van de fabriek uit, afgesteld op uw machine en hoeft derhalve niet meer
te worden ingesteld.
Eenvoudig de tafel met de 2 zijdelingse regelbouten (1) in de op het frame geplaatste vorken plaatsen
en de 4 grote bijgeleverde bouten (3) vastschroeven (inbussleutel 14 mm).
Deze bouten moeten stevig vastgeschroefd worden, echter oppassen dat men bij het verschuiven
van het bovenblad om de eerste bout in te schroeven, het evenwicht van de tafel op de machine niet
uit het oog verliest. Om een probleemloze zuivere snede te bekomen, dient de rolwagen niet 100 %
evenwijdig te lopen tegenover de zaag, maar met voldoende vrijsnede links, om naslaan van het
zaagblad te vermijden.
Mocht dit niet het geval zijn, dan kan men de 4 grote bouten (3) lossen en met de zijdelingse
stelschroeven (1) zover afregelen tot men een optimale evenwijdigheid bekomt. De loop in de hoogte
wordt geregeld met de regelschroeven (2). Nadien de 4 bouten(3) goed aanspannen (70Nm).
Starten van de machine
10
(Fig.4)
(Fig.5-6)