6. Hef de rechterkant van de maaimachine op om de
olie in de opvangbak te laten lopen.
Opmerking: U kunt de olie ook uit het carter
verwijderen met behulp van een olieafzuigpomp.
7. Zet de maaimachine terug in de bedrijfsstand.
8. Steek de peilstok in de vulbuis en draai de dop
rechtsom totdat deze goed vast zit.
9. Voer de oude olie af volgens de plaatselijk geldende
voorschriften.
10. Vul het carter met nieuwe olie tot aan de
Vol-markering op de peilstok. Zie Carter vullen met
olie.
11. Veeg eventueel gemorste olie weg.
Oliefilter vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
Vervang het oliefilter (Figuur 24) om de 100 bedrijfsuren
of jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden
aangehouden.
1. Oliefilter
1. Laat de motor eerst lopen zodat de olie wordt
opgewarmd.
WAARSCHUWING
De olie kan heet zijn nadat de motor heeft
gelopen; contact met hete olie kan ernstig
brandwonden veroorzaken.
Vermijd contact met hete motorolie als u deze
aftapt.
2. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
3. Verwijder de bougiekabel van de bougie (Figuur 15).
4. Tap de motorolie af; zie Motorolie verversen.
5. Leg een doek onder het oliefilter om olie op te
vangen die weglekt als u het filter verwijdert.
Figuur 24
2. Brandstofslang
6. Verwijder het oliefilter.
7. Smeer met uw vinger een laagje olie op de rubberen
pakking van het nieuwe filter (Figuur 25).
1. Pakking
8. Monteer het nieuwe filter en draai dit met 2/3 slag
vast.
9. Vul het carter met nieuwe olie tot aan de Vol-streep
op de peilstok; zie Carter vullen met olie.
10. Sluit de bougiekabel aan op de bougie.
11. Laat de motor ongeveer 3 minuten lopen.
12. Zet de motor af, wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand zijn gekomen, en controleer
op olielekkage rond het filter.
13. Vul olie bij om de hoeveelheid olie in het oliefilter
weer op peil te brengen. Zie Motoroliepeil
controleren.
14. Voer de oude oliefilter af volgens de plaatselijk
geldende voorschriften.
21
Figuur 25