5 Sensor met display- en bedieningsmodule in bedrijf stellen
10
5
Sensor met display- en bedieningsmodule
in bedrijf stellen
5.1
Aanwijs- en bedieningsmodule inzetten
De display- en bedieningsmodule kan te allen tijde in de sensor
worden geplaatst en weer worden verwijderd. Daarbij kan deze in vier
posities worden geplaatst, telkens met 90° verdraaid. Een onderbre-
king van de voedingsspanning is hiervoor niet nodig.
Ga als volgt tewerk:
1. Deksel behuizing afschroeven
2. Aanwijs- en bedieningsmodule in de gewenste positie op de
elektronica plaatsen en naar rechts draaien tot deze vastklikt.
3. Deksel behuizing met venster vastschroeven
De demontage volgt in omgekeerde volgorde
De display- en bedieningsmodule wordt door de sensor gevoed,
andere aansluitingen zijn niet nodig.
Fig. 6: Plaatsen van de display- en bedieningsmodule
Opmerking:
Indien u naderhand het instrument met een display- en bedienings-
module voor permanente meetwaarde-aanwijzing wilt uitrusten, dan
is een verhoogd deksel met venster nodig.
5.2
Parametrering - snelinbedrijfname
Om de sensor snel en vereenvoudigt op de meettaak aan te passen,
kiest u in het startvenster van de display- en bedieningsmodule het
menupunt "Snelinbedrijfname".
Voer de volgende stappen in de hierna aangegeven volgorde uit.
VEGABAR 81 • Modbus- en Levelmaster-protocol