Motor starten
1. Sluit de bougiekabel aan op de bougie (Fig. 10).
Figuur 10
1. Bougiekabel
2. Druk de hulpstartknop 3 keer in, steeds met
2 seconden wachttijd ertussenin (Fig. 11).
Figuur 11
1. Hulpstartknop
Opmerking: Als de temperatuur 13 C of lager is, druk
dan de hulpstartknop 5 maal in, ook weer met steeds
2 seconden daartussen.
Opmerking: Gebruik de hulpstartknop niet om een
warme motor die maar kort heeft stilgestaan weer te
starten. Bij koud weer kan echter gebruik van de
hulpstartknop ook in die situatie nodig zijn.
3. Houd de bedieningsstang van het maaimes tegen het
bovendeel van de handgreep (Fig. 12).
2
3
Figuur 12
1. Bedieningsstang maaimes
2. Bovenste deel van
handgreep
1
1002
1
m-3855
1
m-4207
3. Handgreep startkoord
4. Trek de starthandgreep langzaam uit totdat u
weerstand voelt, daarna krachtig uittrekken (Fig. 12).
Laat het koord langzaam naar de handgreep
terugkeren.
Opmerking: Laat de motor ten minste één minuut
warmdraaien; langer bij lagere temperaturen.
Opmerking: Wil de motor na 3 pogingen niet starten,
herhaal dan de stappen 2 tot en met 4.
Motor afzetten
Laat de bedieningsstang van het maaimes los. Zowel de
motor als het mes moet nu stoppen. Doen ze dat niet,
neem dan contact op met een erkende Service Dealer.
Zelfaandrijving gebruiken
Alleen modellen met zelfaandrijving
Om de zelfaandrijving te activeren, loopt u eenvoudig
vooruit met uw handen op het bovenste deel van de
handgreep. Door de beweging zal het bovenste deel van
de handgreep naar de maaimachine toe schuiven,
waardoor de zelfaandrijving wordt ingeschakeld. Hoe
harder u loopt, hoe verder de handgreep schuift, en hoe
sneller de maaimachine rijdt (Fig. 13).
Figuur 13
Opmerking: De maaimachine rijdt met de hoogste snel-
heid als u de handgreep zo ver mogelijk naar voren drukt.
Voor een lagere snelheid gaat u gewoon langzamer lopen;
als u stopt, stopt ook de aandrijving (Fig. 13).
Opmerking: Soms kan het gebeuren dat de maaimachine
niet meer gemakkelijk achteruit wil rollen nadat u de zelf-
aandrijving heeft gebruikt. Om dat te verhelpen, duwt u de
maaimachine een paar centimeter vooruit zonder de zelfaan-
drijving te activeren, en trekt u deze daarna weer achteruit.
10
m-4206