3.
Onderhoud en storingen
Zorg ervoor dat de cultivator zich in de laagste stand bevindt, zodat de scherpe beitels voldoende zijn afgeschermd
wanneer er onderhoud of reparatie aan de cultivator plaats vindt. Voorkom onbedoeld bedienen van de trekker
hefinrichting tijdens onderhoudswerkzaamheden door de motor van de trekker uit te doen en de sleutel uit het
contactslot te verwijderen.
Een extra maatregel kan genomen worden door eventuele hydrauliek slangen af te koppelen.
3.1
Preventief onderhoud en smering
Na de eerste 8 bedrijfsuren:
-
Alle bouten natrekken, ook van een eventueel aangekoppelde aandruk-/kruimelrol.
Na elke 10 bedrijfsuren:
-
Controleer de beitels op slijtage. Vervang ze tijdig om een goede werking van de cultivator te garanderen.
-
Bij het gebruik van een cultivator in combinatie met een aandruk-/kruimelrol dienen de lagers gesmeerd te
worden doormiddel van de smeernippels.
Deze sticker geeft de positie van een smeernippel op de machine aan. Smering dient te geschieden na elke
10 bedrijfsuren van de machine. De beste smeermiddelen zijn SAE 30 olie en Grade 2 vetten gebaseerd op
Lithium.
Controleer het hydraulische gedeelte regelmatig op lekkage. Probeer nooit een lek met de hand te zoeken
of zelfs dicht te houden. Vloeistof onder hoge druk spuit gemakkelijk door huid en kleding en veroorzaakt
zware verwondingen. Indien de hydraulische slangen beschadigd zijn dienen deze vervangen te worden om
slangbreuk en daaruit voortkomende ongevallen te voorkomen.
Controleer regelmatig het olieniveau van het hydraulisch systeem van uw trekker.
Attentie:
Lees de instructies uit de handleiding goed door alvorens onderhoud te plegen aan
de machine!
Stop de motor en haal de sleutel uit het contact zolang er aan de machine
gewerkt wordt!
21