Plaats het maaidek op een horizontaal oppervlak en laat het
maaidek neer. Verwijder de peilstok-/vulplug op de bovenkant
van de tandwielkast (Fig. 21) en controleer of het peil van de
tandwielolie tussen de merktekens op de peilstok staat. Als
het peil te laag is, vult u bij met SAE 80–90 tandwielolie
totdat het peil tussen de merktekens staat.
Figuur 21
1. Vul-/controleplug
Maaidek loskoppelen van de
tractie-eenheid
1. Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat het maai-
dek neer op de grond, zet de hefhendel in de Zweef-stand,
schakel de motor uit en stel de parkeerrem in werking.
2. Verwijder de tapbout en de ring die op beide
maaihoogtestangen zijn gemonteerd (Fig. 22).
3
Figuur 22
1. Maaihoogtestang
2. Tapbout en ring
3. Verwijder de R-pen en de gaffelpen waarmee de kraag
voor de maaihoogte is bevestigd aan de maaihoogte-
stang op de achterkant van het maaidek (Fig. 22).
Verwijder de kraag voor de maaihoogte.
1
2
4
1
3. Kraag voor maaihoogte
4. R-pen en gaffelpen
20
4. Verwijder de R-pennen en gaffelpennen waarmee de
hefarmen zijn bevestigd aan de beugels van de zwenk-
wielarm (Fig. 23).
1
2
3
Figuur 23
1. Hefarm
2. Gaffelpen
5. Rol het maaidek weg van de tractie-eenheid en maak
het mannelijke en het vrouwelijke gedeelte van de
aftakas los van elkaar (Fig. 24).
Figuur 24
1. Aftakas
Gevaar
Als de motor wordt gestart terwijl de aftakas kan
ronddraaien, ontstaat kans op ernstig letsel.
U mag de motor niet starten en de aftakashendel
bedienen als de aftakas niet is bevestigd aan de
tandwielkast van het maaidek.
4
3. R-pen
4. Beugel van zwenkwielarm
1
1