Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Statisch Ip-Adres En Subnetmasker - HP BladeSystem PC Blade Switch Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

De seriële verbinding is tot stand gebracht en de consoleprompt wordt weergegeven op het scherm
van een VT100-terminalconsoletoepassing. (Druk verschillende malen op
of de prompt juist wordt weergegeven.)
De PC Blade Switch wordt niet geconfigureerd met een gebruikersnaam en wachtwoord.
De initiële configuratie van de PC Blade Switch vindt plaats via de seriële poort. Na de initiële
configuratie kunt u de PC Blade Switch beheren via de reeds aangesloten seriële poort of op afstand
via een interface die is gedefinieerd tijdens de initiële configuratie.
De initiële configuratie omvat de volgende stappen:
Instellen van de gebruikersnaam TBD met het wachtwoord TBD en 15 als hoogste
machtigingsniveau
Configureren van het statische IP-adres en de standaardgateway
Configureren van de SNMP-lees-/schrijfgroepsreeksen
Vraag, voordat u de procedure voor de initiële configuratie uitvoert, de netwerkbeheerder om de
volgende informatie:
Het IP-adres dat moet worden toegewezen aan een VLAN dat wordt gebruikt voor het beheren
van het apparaat
Het IP-subnetmasker voor het netwerk
De standaardgateway
De SNMP-lees-/schrijfgroepsreeksen

Statisch IP-adres en subnetmasker

Voordat u een statisch IP-adres toewijst aan de PC Blade Switch, zorgt u dat u over de volgende
informatie beschikt:
Een specifiek IP-adres dat is toegewezen aan de PC Blade Switch voor configuratie
Netwerkmasker voor het netwerk
Standaardgateway
U kunt IP-interfaces configureren op elk VLAN van de switch. Nadat u de configuratieopdrachten heeft
ingevoerd, adviseert HP u om na te gaan of een VLAN is geconfigureerd met het IP-adres door de
opdracht enable show ip interface in te voeren. De opdrachten voor het configureren van de
PC Blade Switch zijn VLAN-specifiek.
Als u de PC Blade Switch wilt beheren vanaf een extern netwerk, moet u een interface configureren
met een geldig adres en masker. Dit is een IP-adres waarnaar pakketten worden gezonden als geen
vermeldingen worden gevonden in de switchtabellen.
U kunt een statisch adres configureren door de opdracht bij de systeemprompt te typen zoals
aangegeven in het volgende configuratievoorbeeld, waarbij:
192.168.1.123/24 het specifieke beheerstation is
Het IP-adres is gedefinieerd op het juiste VLAN
De standaardgateway is gedefinieerd als 192.168.1.1
16
Hoofdstuk 2 Eerste installatie
Enter
om te verifiëren
NLWW

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave