1.5.2.9 De machine mag alleen worden aangesloten op stroomgroepen met (voor zowel gelijkstroom
als wisselstroom gevoelige) aardlekschakelaars.
Instructies voor bijzondere soorten gevaar
1.6
1.6.1
Elektrische energie
1.6.1.1
Gebruik alleen originele zekeringen met voorgeschreven stroomsterkte! Schakel bij
storingen in de elektriciteitstoevoer de machine onmiddellijk uit!
1.6.1.2
Werkzaamheden aan elektrische bedrijfsmiddelen mogen alleen worden uitgevoerd door
een gekwalificeerde elektricien of door voldoende onderrichte personen onder leiding en
toezicht van een gekwalificeerde elektricien in overeenstemming met de elektrotechnische
regels.
1.6.1.3
De elektrische uitrusting van een machine moet periodiek worden geïnspecteerd /
gecontroleerd. Gebreken, zoals losse verbindingen resp. gesmeulde kabels, moeten
onmiddellijk worden verholpen.
1.6.2
Stof
1.6.2.1
Houd u bij werkzaamheden in nauwe ruimtes aan eventueel geldende nationale
voorschriften!
1.6.3
Geluid
1.6.3.1
Voorgeschreven persoonlijke gehoorbescherming dragen!
1.7 Transport
1.7.1
Bij laden en lossen alleen hefwerktuigen en steunbalken met voldoende belastbaarheid
gebruiken!
1.7.2
Wijs voor het hijswerk een ter zake deskundige instructeur aan.
1.7.3
Hijs machines alleen vakkundig met takels conform de aanwijzingen in de handleiding
(hijsogen voor het tillen van lasten enz.)!
1.7.4
Gebruik alleen een geschikt transportvoertuig met voldoende belastbaarheid!
1.7.5
Zet de lading secuur vast. Gebruik geschikte hijsogen!
1.7.6
Koppel ook bij een geringe verandering van de opstellingsplaats de machine los van de
energietoevoer! Sluit vóór het opnieuw in bedrijf nemen de machine weer aan op het net!
1.7.7
Werk bij het opnieuw in bedrijf nemen alleen conform de bedrijfshandleiding!
1.7.8
Laat de voegenzaagmachine niet ongeremd staan * Schakelhendel (pos. 12) in de
zaagstand betekent rempositie
5