1.5 Veiligheidsinstructies voor bepaalde bedrijfstoestanden
1.5.1
Normaal bedrijf
1.5.1.1 Werk nooit zo, dat de veiligheid in gevaar komt!
1.5.1.2 Neem dusdanige maatregelen dat de machine alleen in veilige en bedrijfsgerede staat wordt
gebruikt!
1.5.1.3 Controleer de machine tenminste eenmaal per dienst op uiterlijk zichtbare beschadigingen en
gebreken! Meld opgetreden veranderingen (inclusief het gedrag tijdens bedrijf) onmiddellijk op
de aangewezen plaats / bij de bevoegde persoon! Zet de machine in dergelijke gevallen
onmiddellijk stop en op veilig!
1.5.1.4 Zet de machine bij functiestoringen onmiddellijk stop en op veilig! Laat storingen onmiddellijk
verhelpen!
1.5.1.5 Maak u op de plaats van gebruik vertrouwd met de werkomgeving voor het werk begint. Tot
de werkomgeving behoren bijv. obstakels in het werk- en verkeersgebied, de draagkracht van
de vloer, noodzakelijke afscherming tussen de bouwplaats en het openbare verkeersbereik en
mogelijkheden voor hulp bij ongevallen.
1.5.1.6 Bij het vullen van de machine met brandstof is een verbod op open vuur en roken van kracht.
1.5.1.7 De machines mogen niet in gesloten ruimtes gebruikt worden.
1.5.2
Speciale werkzaamheden in het kader van het gebruik van de machine,
onderhoudsactiviteiten en het verhelpen van storingen in het werkproces; afvalverwerking
1.5.2.1 Houd u aan in de bedrijfshandleiding voorgeschreven instel-, onderhouds- en
inspectieactiviteiten en -termijnen, inclusief opgaven over de vervanging van
onderdelen/modulen! Alleen geschoold personeel mag deze activiteiten uitvoeren.
1.5.2.2 Informeer het bedieningspersoneel vóór de aanvang over bijzondere en
onderhoudswerkzaamheden! Benoem een toezichthouder!
1.5.2.3 Als de machine bij onderhoud- en reparatiewerkzaamheden geheel is uitgeschakeld, dan
moet hij worden beveiligd tegen onverwacht opnieuw inschakelen.
1.5.2.4 Voor het reinigen van de machine met water of andere reinigingsmiddelen dienen alle
openingen afgedekt/dichtgetaped te worden waar omwille van de veiligheid en/of de werking
geen water/reinigingsmiddel in mag doordringen. Vooral de elektromotor en schakelaars zijn
kwetsbaar. Voer geen reinigingswerkzaamheden uit met een hogedrukreiniger.
1.5.2.5 Na het reinigen moeten de afdekkingen/stukken tape volledig verwijderd worden!
1.5.2.6 Schroefverbindingen die bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden zijn losgedraaid altijd
vast aantrekken!
1.5.2.7 Als demontage van veiligheidsinrichtingen bij het bedrijfsgereed maken, onderhouden en
repareren noodzakelijk is, dan moeten direct na afsluiting van de onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden de veiligheidsinrichtingen weer worden gemonteerd en
gecontroleerd!
1.5.2.8 Zorg voor veilige en het milieu ontziende afvoer van grond- en hulpstoffen en verwisselde
onderdelen!
4