Montage van de tunnel bij
luchtafvoer
Monteer de topdrager H(fig. 9) aan de muur,
tegen het plafond. Overtuig u ervan dat dit recht
boven de kap gebeurt. Gebruik de twee
meegeleverde 8 mm schroeven en pluggen.
Monteer de flexibele slang op de uitlaat A(fig.2)
van de kap."Indien een terugslagklep aanwezig
is, controleer dan of deze zich goed laat openen
en sluiten en niet door de slang geblokkeerd
wordt.
Plaats de plastic rand P op de tunnel.
Meet de afstand h (fig.9) tussen het plafond en
de bovenkant van de kap en corrigeer de
tunnelhoogte alszodanig. Bevestig de
tunneldelen met de schroeven M (fig.9).
Plaats de tunnel met de pasgaatjes naar beneden
en bevestig hem boven en onder met de
schroeven K.
Overtuig u ervan dat bij het model EFC935X de
twee schuiven S(fig.9) open zijn.
Montage van de tunnel bij
luchtcirculatie (met koolstoffilter)
Doe de handelingen zoals beschreven in de vorige
paragraaf met betrekking tot:
monteren van de topdrager H,
plaatsen van de plastic rand P en
corrigeren van de tunnelhoogte L.
Indien een terugslagklep A(fig.2) aanwezig is,
moet u deze verwijderen.
Vóórdat u de tunnel monteert, moet u de
luchtgeleider N (fig.10) met de meegeleverde
schroeven monteren.
Montage van het koolstoffilter
Verwijder de vetfilters door ze naar achteren te
drukken en dan naar omlaag te trekken.
Bij het model EFC935X bevinden zich twee
schuiven S (fig.11). Bij aflevering zijn deze
open. Vóór het monteren van het koolstoffilter
moet u ze sluiten.
M
s
Fig. 9
Fig. 10
s
Fig. 11
25
K
h
K
s
M
s
H
K
K
N