Test de opstelling van het laadstation. Verbind de voeding met een normaal stopcontact van 230 Volt
netspanning).
Druk de "On" = aan knop in op het bedieningsbord van het laadstation.
Een klein knipperend groen lichtje bij de "On" knop duidt aan dat het systeem aan staat en correct
werkt.
Op het bedieningsbord van het laadstation zijn er ook indicatoren voor "laadt bij" en voor een
losgeraakte/gebroken perimeterdraad (Figuur 1.27).
Het controlebord van het laadstation gaat automatisch uit zodat u het niet zelf na ieder gebruik hoeft uit te
zetten. Het schakelt zichzelf uit nadat de maaier zichzelf weer aangesloten heeft na het afwerken van een
maaibeurt.
1.15 De laagspanningsdraad bevestigen die naar het laadstation toegaat
De netvoeding is geschikt voor gebruik buitenshuis, maar ze moet wel op een beschermde plek op
een droge ondergrond staan, goed geventileerd en niet blootgesteld aan rechtstreeks zonlicht.
De stroomdraad moet goed op de grond bevestigd worden om te vermijden dat er iemand over
struikelt. De pennen die u gebruikt voor het bevestigen van de perimeterdraad kunt u ook gebruiken
voor het bevestigen van de stroomdraad.
Span de draad niet over vlakken zoals voetpaden of opritten, waar hij niet vastgemaakt kan worden.
Als het niet anders kan laat de draad dan door een deskundig iemand onder het oppervlak monteren.
Het is aan te raden de draad in een beschermende buis te leggen als u hem ondergronds plaatst.
Figuur 1.27 – Controlebord van het laadstation
On ="aan" knop en
indicatie lampje
"Laadt bij" indicator
Lampje voor
losgeraakte/gebroken
perimeterdraad
25