Perimeterdraad
1.6 Bochten en scherpe hoeken
Als u de perimeterdraad installeert moet u ervoor zorgen dat u geen hoeken maakt die scherper zijn dan
90°. Bij een hoek die scherper is dan 90° kan de Robomow het spoor verliezen van de perimeterdraad. In
situaties waar het terrein een draadhoek van minder dan 90° zou vereisen, kan men de plaatsing toch
uitvoeren via meerdere hoeken. Zie Fig.1.11
Voer de installatie uit met
meerdere hoeken om te
vermijden dat u een hoek
van minder dan 90° krijgt.
Figuur 1.11 – Juiste installatie bij scherpe hoeken
1.7 Smalle vlakken en smalle doorgangen
De Robomow heeft een doorgang nodig met een bepaalde minimumbreedte om naar een groter gebied te
gaan dat met het vorige gebied verbonden is. Een smalle doorgang is bijv. een zone die veel smaller is dan
de originele zone en waar de Robomow doorheen moet om een maaizone te bereiken waar de breedte
weer groter is (denk aan een zandloper). De minimum breedte voor een efficiënte smalle doorgang is 1.7m
tussen de perimeterdraden. Hoe breder de doorgang is, hoe beter de Robomow kan navigeren tussen de
twee zones. De effectiviteit en de efficiëntie van de maaier worden dan veel beter. Zie Figuur 1.14.
Bij een smal gebied dat geen toegang geeft naar een andere zone van hetzelfde gebied is de minimum
werkbreedte 1.7 m. Figuur 1.14.
Figuur 1.10 – De perimeterdraad vastzetten
Gazonvlak
Plaats bijkomende pinnen om de
perimeterdraad naar de grond te trekken
waar de draad boven het gras uitsteekt.
Foute installatie
bij scherpe hoek
90 graden
17