nl Onthardingssysteem
Water-
Hard-
hard-
heidsbe-
heids-
reik
waarde
°dH
0 - 6
zacht
7 - 16
gemid-
deld
17 - 21
hard
22 - 35
hard
A
Opmerking: Stel het apparaat in op
de vastgestelde waterhardheid.
→ "Waterontharding instellen",
Pagina 24
Bij een waterhardheid van 0 - 6 °dH
hoeft u geen onthardingszout voor
vaatwassers te gebruiken en kunt u
de waterontharding uitschakelen.
→ "Waterontharding uitschakelen",
Pagina 25
10.2 Waterontharding instel-
len
Stel het apparaat in op de waterhard-
heid.
De waterhardheid en de gewenste
1.
instelwaarde vaststellen.
→ "Overzicht van de waterhard-
heidsinstellingen", Pagina 23
Op
drukken.
2.
Voor het openen van de apparaat-
3.
instellingen 3 seconden op
drukken.
knippert.
a
24
mmol/l
0 - 1,1
1,2 - 2,9
3,0 - 3,7
3,8 - 6,2
B
C
Stand
Led A
0
1
2
3
Net zo vaak op
4.
de gewenste waterhardheid is in-
gesteld.
Afhankelijk van de stand branden
0, 1, 2 of 3 leds.
→ "Overzicht van de waterhard-
heidsinstellingen", Pagina 23
De fabrieksinstelling is stand 1 (led
A → Pagina 16).
Om de instellingen op te slaan, ca.
5.
3 seconden op
10.3 Onthardingszout
Met onthardingszout kunt u het water
ontharden.
Onthardingszout vullen
Als de indicatie onthardingszout bij-
vullen brandt, vult u het onthardings-
zout in het reservoir voor onthar-
dingszout direct voor de program-
mastart bij. Het verbruik van onthar-
dingszout is afhankelijk van de water-
hardheidsgraad. Hoe hoger de water-
hardheidsgraad, des te hoger is het
verbruik van onthardingszout.
Led B
Led C
drukken tot
A
B
C
drukken.