Afdrukfuncties
Voor basisfuncties voor het afdrukken, raadpleeg de Basishandleiding
(zie "Eenvoudige afdruktaken" op pagina 47).
10
De standaardafdrukinstellingen wijzigen
Klik op het menu Start van Windows.
1
Selecteer Configuratiescherm > Apparaten en printers.
2
Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.
3
Open Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
4
Als bij Voorkeursinstellingen voor afdrukken het symbool ► staat,
kunt u andere printerstuurprogramma's voor de geselecteerde printer
selecteren.
Wijzig de instellingen op elk tabblad.
5
Klik op OK.
6
In Voorkeursinstellingen voor afdrukken kunt u de instellingen voor
elke afdruktaak wijzigen.
11
Uw apparaat instellen als standaardprinter
Klik op het menu Start van Windows.
1
Selecteer Configuratiescherm > Apparaten en printers.
2
Selecteer uw apparaat.
3
Klik met uw rechtermuisknop op uw apparaat en selecteer Als
4
standaard instellen.
Als bij Voorkeursinstellingen voor afdrukken het symbool ► staat,
kunt u andere printerstuurprogramma's voor de geselecteerde printer
selecteren.
164
4. Speciale functies