softkeys
en
met de toets
accepteert u de ingevoerde instellingen.
GEGEVENS LOGGEN
Metingen
De metingen die moeten worden gelogd staan los van de metingen op de
display. De te loggen metingen moeten worden geselecteerd via DATA
LOGGING
Logmodus/loginstellingen
U kunt de logmodus instellen op Manual (handmatig), Auto-save
(automatisch opslaan), Cont-key (continu op toetsaanslag), Cont-time
(continu ingestelde tijdsduur), Program 1 of Program 2.
•
In de modus Manual worden de gegevens niet automatisch
opgeslagen, maar krijgt de gebruiker aanwijzingen op het scherm
om een sample op te slaan.
•
In de modus Auto-save kiest de gebruiker handmatig samples, die
automatisch worden gelogd.
•
In de modus Cont-key start de gebruiker het opnemen en loggen
van meetuitslagen door op de toets
gaat door met het opnemen van metingen totdat de toets
opnieuw wordt ingedrukt.
•
In de modus Cont-time start de gebruiker het opnemen van
meetuitslagen door op de toets
gaat door met het opnemen van samples totdat een vooraf
ingestelde tijdsduur is verstreken.
•
Bij de modi Auto-save, Cont-Key en Cont-time zijn de volgende
extra loginstellingen van toepassing:
Modus
Auto-save
Cont-key
Cont-time
•
Als de toetsen
toetsenpaneel vergrendeld, zodat onbevoegd wijzigen van
instrumentinstellingen wordt voorkomen. U ontgrendelt het
toetsenpaneel door de toetsen
drukken.
kunt u voor elk van deze opties de instellingen wijzigen en
Measurements.
Loginstellingen
Log-interval
Log-interval
Log-interval
Testduur
tegelijk worden ingedrukt, wordt het
en
te drukken. Het instrument
te drukken. Het instrument
nogmaals tegelijk in te
en
7