Symbool
Beschrijving
Toevoerlucht
Retourlucht
3.3
Installatieaanbevelingen omtrent condensatie
3.3.1
Condensatie aan de binnenzijde van de unit
De unit moet continue draaien. Als de unit handmatig door de gebruiker, of als gevolg van de kalenderinstellingen
wordt uitgezet, adviseren wij u aan luchtdichte kleppen in de toe- en afvoerluchtkanalen te installeren. Dit voorkomt
dat lucht uit warme delen delen van het gebouw door de unit naar buiten kan stromen (schoorsteeneffect). Indien er
geen kleppen worden geïnstalleerd bestaat het risico dat, in tijden dat de unit staat uitgeschakeld, er condensvorming
optreedt in de unit alsmede ook aan de buitenluchtkanalen. Ook kan er dan koude lucht, direct van buiten, via de unit
het gebouw binnen komen. Dit kan leiden tot condensatie aan de buitenzijde van de toe- en afvoerluchtkanalen, maar
ook aan roosters/ventielen in de kamers.
Indien tijdens een winter (koude)periodede de unit (nog) niet in werking is, dienen de toe- en afvoerluchtkanalen te
worden losgekoppeld en afgesloten. Dit tot het moment van ingebruikname van het systeem om bovenstaand effect
te voorkomen.
3.3.2
Condensatie aan de buitenzijde van de unit
Wanneer de unit is geïnstalleerd in een warme en voch-
tige omgeving (bv. een wasserij) en de omgevingstem-
peratuur rondom de unit daalt, kan er condensatie op de
buitenzijde van de behuizing ontstaan. In onderstaande
grafiek wordt de condensatie relatie getoond tussen bin-
nentemperatuur en relatieve vochtigheid enerzijds en
buitentemperatuur, anderzijds. Condensatie aan de bui-
tenzijde van de behuizing komt niet voor in de zones aan-
gegeven onder de elke curve.
Belangrijk
Aanbeveling: Indien er condensatie ontstaat
dient de ventilatie te worden verhoogd in de
dichtsbijzijnde ruimte(n)
Voorbeelden wanneer er condensatie aan de buitenzijde
van de unit kan ontstaan:
Voorbeeld A: Als de unit in een ruimte is geïnstalleerd
met een temperatuur van 24°C en de buitentemperatuur
–15C is,°zal er condens ontstaan als de relatieve vochtig-
heid 46% of hoger is.
4
Levering, transport, opslag
4.1
Transport en opslag
De SAVE VTC 500 moet zo worden opgeslagen en getransporteerd, dat deze tegen fysieke schade wordt beschermd.
Het systeem moet worden afgedekt zodat stof, regen en sneeuw niet binnen kunnen dringen en schade kunnen ver-
oorzaken aan de unit en de onderdelen.
33357213 | v1.1
Symbool
Beschrijving
Buitenlucht
Afvoerlucht
1. Ruimtetemperatuur 26°C
2. Ruimtetemperatuur 24°C
3. Ruimtetemperatuur 22°C
4. Ruimtetemperatuur 20°C
Levering, transport, opslag |
5