Let op / vervoer
Breng het toestel in de vervoersstand; inspecteer
of alles klaar is voor transport. Meerijden op het
toestel en aanwezigheid in de gevarenzone is
verboden. Pas de rijsnelheid aan de omstandig-
heden op de weg aan. Voorzichtig in de boch-
ten: Aanbouwtoestellen kunnen uitzwenken!
De bepalingen van de toelating tot het wegverkeer
(StVZO) dienen nageleefd te worden. Volgens de
voorschriften van de StVZO is de gebruiker verant-
woordelijk voor de verkeersveilige samenstelling
van tractor en toestel bij het rijden op de openbare
weg. Met de aangebouwde toestellen mogen de
toegelaten tractor-asbelastingen, het toegelaten
totale gewicht en de rijgeschiktheid van de banden
(afhankelijk van de snelheid en de druk) niet over-
schreden worden. De voorste asbelasting dient
voor de stuurveiligheid minstens 20 % van het lege
gewicht van het voertuig te bedragen.
De maximaal toegestane transportbreedte be-
draagt 3 m. Bij zeer brede toestellen is een spe-
ciale vergunning vereist. Bij frontmontage dient
de afstand tussen voorkant/cultivator en midden
stuurwiel/tractor niet meer dan 3,5 m bedragen; als
deze „uitbouwmaat" overschreden wordt, moeten
door de exploitant geschikte maatregelen worden
getroffen om bij uitritten, T-splitsingen en kruisin-
gen nog voldoende uitzicht te hebben. Dit kan
bijvoorbeeld gebeuren, doordat een begeleidend
persoon de chauffeur aanwijzingen geeft en zo een
veilig transport waarborgt.
Rondom het toestel mogen geen onderdelen
uitsteken, die het verkeer meer dan onvermijdelijk
in gevaar brengen (§ 32 StVZO). Kan het uitsteken
van de onderdelen niet vermeden worden, die-
nen deze afgedekt en kenbaar gemaakt worden.
Beveiligingsmiddelen dienen ook ter kennisgeving
van de buitencontouren van de toestellen en zijn
eveneens vereist voor beveiliging aan de achter-
zijde – bijv. rood/wit gestreepte waarschuwings-
borden van 423 x 423 mm. Verlichtingsinstallaties
zijn noodzakelijk, wanneer aanbouwtoestellen de
tractorlichten verbergen of indien de zichtbaarheid
ingevolge de weersomstandigheden dit verei-
sen: bijv. naar voor en naar achter, wanneer het
aanbouwtoestel zijdelings meer dan 40 cm over
de verlichtingsinstallatie van de tractor uitsteekt
of voor bijkomende beveiliging bij meer dan 1 m
afstand tussen de achterlichten van de tractor en
het uiteinde van het toestel.
1
Als bij frontmontage een extra paar schijnwerpers no-
dig is (waarbij slechts 1 paar schijnwerpers mag zijn
ingeschakeld), is een speciale vergunning vereist.
Een verlichtingsinstallatie – met waarschuwings-
borden – kan ook later bij RABE worden aange-
schaft.
Bij vervoer over de openbare weg in Polen dient de
waarschuwingsdriehoek (30/1) in het midden van
de machine te worden aangebracht.
30
12