4.
Voer de onderhoudsprocedures uit; zie
Onderhoud (bladz.
5.
Controleer het oliepeil in de motor; zie
motoroliepeil controleren (bladz.
6.
Vul de brandstoftank met verse brandstof; zie
Veilig omgaan met brandstof (bladz.
7.
Sluit de bougiekabel aan op de bougie.
19).
Het
10).
9).
24