iSense
030211 - 118036-AG
Afkoelsnelheid > Snelst: Geeft korte uit-periodes tussen
branderstarts.
4 Max. aanwarmtijd: De maximale tijd dat voor een schakelpunt
mag worden begonnen met aanwarmen (Tijd in minuten).
4 Minimaal CV temp: Minimaal gewenste temperatuur van het CV-
water. Deze instelling is onder andere zinvol bij convectoren.
4 Maximaal CV temp: Maximale temperatuur van de regeling voor
het CV-water. Dit is niet de maximale temperatuur van de ketel.
OPGELET
Wanneer het om een veiligheidsfunctie gaat moet dit op
de ketel worden ingesteld.
De installateur van de regelaar kan een aantal specifieke
instellingen doen.
4.3.14.
Vorstbeveiliging - Systeem
De optie vorstbeveiliging systeem gebruikt u om radiatoren in
vorstgevoelige ruimten te beschermen tegen bevriezing.
Bijvoorbeeld: 's nachts wordt het in huis niet kouder dan 19℃
waardoor de pomp niet aanslaat. De radiator in de schuur loopt dan
de kans te bevriezen omdat het daar wel kouder wordt.
Wanneer u een buitensensor heeft aangesloten wordt de optie
vorstbeveiliging systeem automatisch ingeschakeld. Bij welke
buitentemperatuur deze inschakelt stelt u in via: Menu >
Instellingen > Systeem > Temperatuur > Vorstbev.systeem.
Standaard staat deze waarde op -10℃. In dat geval start
de pomp bij -10.5℃ en stopt bij -9.5℃
4.3.15.
Vorstbeveiliging - Ruimte
Om de ruimte waarin de regelaar hangt te beschermen tegen
bevriezing, kunt u de vorstbeveiliging "ruimte" gebruiken. Daarvoor
heeft u geen buitensensor nodig.
De minimale ruimtetemperatuur bij vorstbeveiliging is ingesteld op
6℃. U kunt deze temperatuur wijzigen via: Menu > Programma >
Vorsttemperatuur.
U stelt de vorstbeveiliging "ruimte" in werking via:
Programmakeuze > Vorstbeveiligd.
Eventueel aanwezige radiatorkranen in de referentieruimte
moeten volledig worden geopend.
4. Instellen
20