4. Instellen
19
Ketels reageren verschillend op deze functie. Sommige
leveren wel warm water maar doen er langer over om op
temperatuur te komen. Andere leveren alleen de warmte
die nog aanwezig is. Bijvoorbeeld uit een boiler waarna het
water koud wordt.
Zie hiervoor de Installatie- en servicehandleiding van de
ketel.
Tapwatertemperatuur
1. Kies in de regelaar: Menu > Instellingen > Warmwater >
Tapwater temp.
2. U kunt kiezen uit de volgende opties:
- Continu temp.: Kies de temperatuur die het tapwater continu moet
hebben.
- Klokprogr.: Bepaal de temperatuur van het tapwater met een
klokprogramma. Het instellen hiervan is vrijwel identiek aan het
instellen van een klokprogramma voor de gewenste
ruimtetemperatuur. ¼ "Klokprogramma maken of wijzigen",
pagina 10.
De maximaal in te stellen temperatuur is afhankelijk van de
ketelinstellingen.
Als u een klokprogramma instelt laat dit dan een uur
voordat u voor het eerst warmwater nodig heeft starten. Zo
heeft de boiler voldoende tijd om op te warmen.
4.3.13.
CV-instellingen
U kunt een aantal specifieke CV-instellingen doen via: Menu >
Instellingen > Systeem > CV installatie:
4 Pompsturing: Als deze optie aanstaat wordt de pomp uitgezet
wanneer er geen warmtevraag is. Hierdoor maakt de pomp minder
uren (besparing elektriciteit). Doordat de pomp stilstaat wanneer
de ketel niet brandt, kan het enkele minuten duren voor dat een
radiator die u opendraait ook daadwerkelijk warm water krijgt.
4 Opwarmsnelheid: Hiermee bepaalt u hoe snel of hoe langzaam
de regelaar moet opregelen. Deze parameter heeft invloed op het
aanwarmgedrag en het regelgedrag.
Zet deze instelling op langzaamst bij vloerverwarming.
Voor de eVita adviseren wij de stand Extra langzaam.
4 Afkoelsnelheid: Hiermee geeft u aan hoe snel de woning afkoelt
of hoe goed uw woning is geïsoleerd. Hoe beter de isolatie, hoe
langzamer de afkoeling van de woning. Deze parameter heeft
invloed op de regelstrategie RTC en OTC+comfort. En op de uit-
periodes tussen de branderstarts.
Afkoelsnelheid > Langzaamst: Geeft lange uit-periodes tussen
branderstarts.
iSense
030211 - 118036-AG