Gebruiksaanwijzing
Voor gebruik
Veiligheid vóór gebruik
Algemene veiligheid
•
Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de
bedieningsorganen en de veiligheidssymbolen, en weet
hoe u de machine veilig kunt gebruiken.
•
Controleer of de beschermplaten en veiligheidsvoorzie-
ningen zoals grasgeleiders en/of de grasvanger op hun
plaats zitten en naar behoren werken.
•
Controleer de messen, bevestigingsbouten en het
maaimechanisme altijd op slijtage of beschadiging.
•
Controleer het werkgebied en verwijder alle voorwerpen
die de machine zou kunnen uitwerpen.
•
Bij het instellen van de maaihoogte kunt u in aanraking
komen met een bewegend mes. Dit kan ernstig letsel
veroorzaken.
– Zet de motor uit en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
– Plaats uw vingers niet onder de maaikast als u de
maaihoogte instelt.
Veilig omgaan met brandstof
GEVAAR
Brandstof is uiterst ontvlambaar en zeer explosief.
Brand of explosie van brandstof kan brandwonden
bij u of anderen en materiële schade veroorzaken.
• Om te voorkomen dat een statische lading de
brandstof tot ontbranding kan brengen, moet u
het brandstofreservoir en/of de machine op de
grond plaatsen voordat u de tank vult, niet op
een voertuig of een ander object.
• Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer
de motor koud is. Neem eventueel gemorste
benzine op.
• Rook niet als u omgaat met brandstof, en houd
brandstof uit de buurt van open vuur of vonken.
• Bewaar brandstof in een goedgekeurd vat of blik
en buiten bereik van kinderen.
WAARSCHUWING
Brandstof is schadelijk of dodelijk bij inname.
Langdurige blootstelling aan dampen kan leiden tot
ernstig letsel en ziekte.
• Voorkom dat u dampen lange tijd inademt.
• Houd uw handen en gezicht uit de buurt van de
vulpijp en de opening van de brandstoftank.
• Houd brandstof uit de buurt van uw ogen en
huid.
Brandstoftank vullen
•
Gebruik voor de beste resultaten uitsluitend schone, verse
(minder dan 30 dagen oud), loodvrije benzine met een
octaangetal van 87 of hoger (indelingsmethode (R+M)/2).
•
Met zuurstof verrijkte benzine met ten hoogste 10%
ethanol of 15% MTBE is geschikt.
•
Ethanol: Benzine met maximaal 10% ethanol (gasohol)
of 15% MTBE (methyl-tertiair-butylether) per volume
is aanvaardbaar. Ethanol en MTBE zijn niet hetzelfde.
Benzine met 15% ethanol (E15) per volume is niet
geschikt voor gebruik. Gebruik nooit benzine die meer
dan 10% ethanol per volume bevat, zoals E15 (bevat 15%
ethanol), E20 (bevat 20% ethanol), of E85 (bevat tot 85%
ethanol). Ongeschikte benzine gebruiken kan leiden tot
verminderde prestaties en/of motorschade die mogelijk
niet gedekt wordt door de garantie.
•
Geen benzine gebruiken die methanol bevat.
•
Tijdens de winter geen brandstof bewaren
in de brandstoftank of in vaten, tenzij u een
brandstofstabilisator gebruikt.
•
Meng nooit olie door benzine.
Vul de brandstoftank met verse loodvrije, normale benzine
van een bekend merk
(Figuur
Belangrijk: Om startproblemen bij het volgende
seizoen te verminderen, moet u het hele seizoen een
stabilizer toevoegen aan de benzine. Gebruik nooit
benzine die ouder is dan 30 dagen.
8
13).