WAARSCHUWING: GEBRUIK GEEN ANDER BATTERIJTYPE DAN HET TYPE DAT IN DEZE
!
HANDLEIDING VERMELD WORDT. GEBRUIK GEEN OPLAADBARE BATTERIJEN.
Schakel de stroom naar de rookmelder uit in de meterkast.
Steek een kleine schroevendraaier in de sleuf op de montageplaat. Druk het vergrendelingslipje in met
de schroevendraaier en draai de rookmelder linksom om deze los te maken van de montageplaat.
Trek de rookmelder voorzichtig omlaag. Zorg ervoor dat u de kabelverbindingen niet losmaakt.
Trek de stroomkabel uit de achterkant van de rookmelder.
Duw het klepje van het batterijcompartiment omhoog (achterkant van de rookmelder).
Verwijder de batterij uit het batterijcompartiment.
Plaats een nieuwe 9V batterij . De batterij past slechts op één manier. De rookmelder kan kort piepen
als de batterij geplaatst wordt. Dit is normaal en het betekent dat de batterij correct geplaatst is.
Sluit het klepje van het batterijcompartiment. Druk op het klepje tot deze op zijn plaats klikt.
Druk op de testknop en houd deze ingedrukt. Het alarmsignaal klinkt als de batterij correct verbonden
is en werkt.
Breng de connector weer aan. De connector zal op zijn plaats vastklikken. Trek voorzichtig aan de
connector om na te gaan of deze stevig bevestigd is.
Bevestig de rookmelder weer op de montageplaat door de rookmelder rechtsom te draaien tot deze
vastklikt.
Schakel de stroom in en test de rookmelder met de testknop.
14