Stabalux ZL-H
Verwerkingswijze
Montageaanwijzingen voor de afdichtingen
Principe van het afdichtingssysteem, alge-
mene informatie over de afdichtingen van
de beglazing
Het afdichtingssysteem van Stabalux bestaat uit een bui-
tenafdichting en een binnenafdichting:
• Het buitenste afdichtingniveau heeft als primaire
functie dat er geen vocht van buiten in de con-
structie kan binnendringen. Tegelijkertijd dient dit
afdichtingniveau als elastische steunlijst van de
glaspanelen.
• Het binnenste afdichtingniveau heeft als functie
dat de profielen ten opzichte van de binnenruimte
tegen vocht en damp worden afgesloten, dat er ni-
veaus voor de waterafvoer ontstaan en dat het glas
elastisch wordt ingeraamd.
Beide afdichtingniveaus moeten duurzaam hun functie
vervullen.
De afdichtingen moeten op de bouwplaats passend wor-
den gemaakt, maar kunnen ook in de fabriek op leng-
te worden gemaakt en in de tussenprofielen worden
geplaatst. Daarbij wordt ook gelet op de montagevoor-
schriften voor de afdichtingen, respectievelijk de klem-
lijsten. Er moet altijd op worden gelet dat de afdichtin-
gen in de gemonteerde situatie geen trekbelasting meer
hebben en op de kruispunten van kolommen en liggers
strak stotend tegen de uitkepingen zijn gelegd. Alle ko-
lom-liggeraansluitingen moeten volgens de onderstaande
beschrijvingen worden afgedicht.
Stabalux ZL-H Verwerkingswijze 15.03.17
Openingen voor dampregulatie en gecon-
troleerde vochtafvoer
De dampregulatie gebeurt meestal via openingen bij de
voet-, kop- en nokpunten. Als er een extra ventilatie nodig
is in de omgeving van de ligger (bijvoorbeeld bij glaspane-
len die slechts aan twee zijden zijn ingeraamd of bij lig-
gerlengten van l ≥ 2,00 m) moet de ventilatie worden
gerealiseerd met perforaties in de afdeklijst en/of door
de onderste afdichtingslippen in de buitenafdichtingen in
te kepen.
De openingen voor de dampregulatie zijn ook bedoeld
voor de afvoer van vocht. Het binnenste afdichtingniveau
is zodanig uitgevoerd dat vocht dat niet uit de sponning-
openingen kan ontsnappen bij een correcte afdichting
van
de kruispunten toch naar beneden kan afvloeien. Bij
gevels wordt het water via de liggerflap naar de kolom
geleid. Naar keuze kan een erkend afdichtsysteem van
1, 2 of 3 niveaus worden toegepast. Bij schuine beglazin-
gen met twee afvoerniveaus overlapt de hoger gelegen
afdichting van de ligger de lager gelegen kolomafdich-
tingen. Deze principes moeten consequent tot aan het
laagste punt van de beglazing worden gehanteerd en het
vocht moet via de watervoerende delen van het gebouw
naar buiten worden afgevoerd. Onder de afdichtingen
moeten de bijbehorende folies worden aangebracht. Let
erop dat de folies blijvend zijn bevestigd.
29
S T A B A L U X
2.2
6