Apps en functies
• H et voorbeeldscherm kan verschillen afhankelijk van de opnamestand en camera die
worden gebruikt.
• D e camera schakelt automatisch uit wanneer deze niet wordt gebruikt.
• Z org dat de lens niet beschadigd of vuil is. Anders werkt het apparaat mogelijk niet
correct in bepaalde standen waarvoor hoge resoluties zijn vereist.
• D e camera van uw apparaat is uitgerust met een groothoeklens. Er kan een
kleine vervorming optreden in groothoekfoto's of -video's, wat niet duidt op
prestatieproblemen van het apparaat.
• D e maximale opnametijd kan afnemen wanneer u video opneemt op een hoge resolutie.
De functies voor scherpstelling en belichting gebruiken
De scherpstelling (AF) en belichting (AE) vergrendelen
U kunt de scherpstelling of belichting vergrendelen op een geselecteerd gebied om te voorkomen
dat de camera deze automatisch aanpast op basis van veranderingen in de onderwerpen of
lichtbronnen.
Blijf het gebied aanraken waarop u wilt scherpstellen; het AF/AE-kader wordt weergegeven op het
gebied en de instellingen voor scherpstelling en belichting worden vergrendeld. De instellingen
blijven vergrendeld, ook nadat u een foto hebt gemaakt.
Deze functie is alleen beschikbaar in de stand Auto.
Het scherpstelgebied en het belichtingsgebied scheiden
U kunt het scherpstelgebied en het belichtingsgebied scheiden.
Blijf het voorbeeldscherm aanraken. Het AF/AE-kader wordt op het scherm weergegeven. Sleep het
kader naar het gebied waar u het scherpstelgebied en het belichtingsgebied wilt scheiden.
Deze functie is alleen beschikbaar in de Prof-stand.
96