1. Inleiding
De montage dient door hiervoor gekwalificeerd personeel
te worden uitgevoerd. Draag bij de montage geschikte
werkkleding (geen wijde kleding, bij lang haar een
haarnet). Kleding en haar kunnen door bewegende en
draaiende onderdelen knel raken (bijv. boormachine).
Let vó´r het boren of zagen van doorbraken op de
noodzakelijke vrije ruimte achter de montageplek. Neem
bovendien
de
gereedschapsfabrikanten in acht.
Bij het afdichten kunnen oplosmiddeldampen ontstaan.
Zorg voor een voldoende ventilatie en let op de
verwerkingsinstructies bij de afdichtmassa.
Elektrische installaties mogen alleen door opgeleid
personeel uitgevoerd worden.
Alle kabels moeten een voldoende isolatie hennen en op
de juiste manier beveiligd zijn.
Het leggen van blanke kabels of contacten is niet
toegestaan.
Gebruik de meegeleverde kabelboom voor de aansluiting
van het toestel.
Controleer de polariteit (zie tekening) voordat het toestel
wordt aangesloten.
Er moeten altijd zowel compensatiekabels als de
powerkabels worden aangesloten.
Leg
aparte
kabels
spanningsmeting tot aan de accu, omdat anders de
aanwezige
stroom
vervalsen.
5
veiligheidsopmerkingen
voor
de
stroomvoeding
altijd
de
spanningsmeting
van
de
en
zou