Afbeelding 2
1.
Hendel doorvoerregeling
2.
Schaalverdeling regeling
3.
Stop-pin
DOORVOERREGELING: Bepaalt de snelheid waarmee
het materiaal uit de laadbak doorgevoerd wordt. De
instelling met het hoogste cijfer (7) op de schaalverdeling
van de regeling, duidt op de grootste opening voor de
maximale doorvoer van het materiaal. De instelling met
het laagste cijfer (1) duidt op de kleinste opening, voor
een minimale doorvoer van het materiaal. Bij (0) is de
schijf dicht. De stop-pin is met behulp van een ketting
bevestigd aan de doorvoerregeling:
a.
Indien de verspreider niet uitgerust is met de
doorvoerbediening, wordt de stop-pin gebruikt om
de hendel van de doorvoerregeling in de stand voor
de gewenste doorvoer te borgen.
b.
Indien de verspreider uitgerust is met de
doorvoerbediening, dan wordt de stop-pin NIET
GEBRUIKT. De doorvoersnelheid voor het
materiaal wordt geregeld door de limietschakelaars.
INDIEN DE VERSPREIDER NIET IS UITGERUST
MET DE DOORVOERBEDIENING DAN WORDT DE
HENDEL VAN DE DOORVOERREGELING DIE
AFGEBEELD IS IN AFB. 3 GEBRUIKT ZOALS
HIERNA BESCHREVEN WORDT.
HENDEL DOORVOERREGELING: Opent en sluit de
regelschijf in de opening van de bak om de doorvoer van
het materiaal te starten of te stoppen. Trek de hendel
naar voren (naar u toe) om de regelschijf te openen.
Druk de hendel weer naar achteren (van u vandaan) om
de regelschijf te sluiten.
Afbeelding 3
1.
Hendel doorvoerregeling
INDIEN DE VERSPREIDER IS UITGERUST MET DE
DOORVOERBEDIENING DAN WORDT DE
MATERIAALDOORVOER GEREGELD DOOR DE
ELEKTRISCHE BEDIENINGSSCHAKELAAR DIE
BIJ DEZE SET HOORT.
ELEKTRISCHE BEDIENINGSSCHAKELAAR:
Opent en sluit de regelschijf in de opening van de bak
om de doorvoer van het materiaal te starten of te
stoppen. Zet de tuimelschakelaar in de "OPEN" of
"CLOSE/DICHT" positie zoals aangegeven op de
besturingskast. Zie afb. 4.
Afbeelding 4
1.
Elektrische bedieningsschakelaar
2.
Doorvoerregeling
3