9. Inbedrijfstelling in modus «noodverwarming»
▻
Zorg voor een correcte hydraulische en elektrische aansluiting
van de ketel in overeenstemming met de geldende regels en
de aanbevelingen beschreven in deze handleiding.
Stel de thermische beveiliging met handmatige reset in
volgens de maximaal toegestane temperatuur op uw circuit,
zoals hieronder aangegeven
Vloerverwarming |
▻
Zet de verstelhendel op de linker aanslag, plat zoals
hierboven afgebeeld.
Radiator / SWW |
▻
Zet de verstelhendel in de rechter aanslag, plat zoals
hierboven afgebeeld.
8
Inbedrijfstelling in modus «noodverwarming»
Tmax = 60 °C
Tmax = 95 °C
Handmatige reset
Instelhendel
▻
Zorg ervoor dat alle afsluiters van de installatie volledig open
zijn.
▻
Controleer of er een shunt is tussen de klemmen 1 en 2 (zie
opmerking hieronder).
▻
Zet de ketelthermostaat op 0 °C.
▻
Vul het circuit tot een druk van 1,5 bar (aangegeven op
de drukmeter) door alle lucht uit het circuit te verdrijven
(langzaam vullen).
Denk eraan : de aanwezigheid van lucht kan de elektrische
boiler vernielen.
▻
Controleer de goede werking van de automatische ontluchter.
▻
Controleer de juiste ontluchting van het circuit, vul zo nodig bij.
▻
Schakel de ketel in via het hoofdschakelbord.
▻
Controleer of de juiste spanning op de klemmenstrook van
de ketel staat.
▻
Druk op de ON/OFF-schakelaar (ON-stand en groen indicatie
lampje aan). De circulatiepomp start.
▻
Controleer nogmaals of het circuit goed ontlucht is en vul
zo nodig bij.
▻
Stel de ketelthermostaat 10 °C boven het gewenste water-
instelpunt in, nadat u de juiste ontluchting en de goede
circulatie van het water in het circuit hebt gecontroleerd.
▻
Stel het gewenste waterinstelpunt in (vooraf ingesteld op
20°C) door te drukken op :
1x
P
om te verhogen
om te verminderen
om te valideren
P
▻
Wacht 5 seconden om terug te keren naar het hoofdscherm.
De ketel is in bedrijf.
Aanwoertemperatuur
22.0
U
20 00
P
Instelwaarde
Shunt tussen de klemmen 1 en 2 | opmerking
■
Een extern regelapparaat (thermostaat, klok, enz.) kan op de
ketel worden aangesloten.
▻
Verwijder de shunt tussen klemmen 1 en 2.
▻
Verbind het potentiaalvrije contact van de regeleenheid op
de klemmen 1 en 2.
Het uitvoeren van een ontluchtingscyclus is geen
garantie voor een goede ontluchting van de
installatie en de ketel. Controleer of het systeem
correct is ontlucht VOORDAT u de ketel in gebruik
neemt.
Meldt de
verwarmings-
vraag