Inhoudsopgave
Advertenties
6. Hydraulische aansluiting
De F3/4"-uitgangen bevinden zich aan de linkerkant van de
«koffer»-ketel.
De aansluiting is perfect mogelijk met geschikte slangen op
de verdeler, die niet kleiner mogen zijn dan 20 x 27 (3/4").
7. Elektrische aansluiting
Elke ingreep moet worden uitgevoerd zonder
stroom door een gekwalificeerde en bevoegde
technicus.
Schakel de hoofdvoeding naar het schakelbord
uit. De AAN/UIT-schakelaar onderbreekt alleen
het bedieningscircuit.
De elektrische aansluiting moet worden uitgevoerd door
een gekwalificeerde technicus, overeenkomstig de geldende
installatienormen. De elektrische ketel zal worden gevoed door
een installatie die is uitgerust met een differentieelinrichting
en zal worden aangesloten op een aardaansluiting van de
installatie overeenkomstig de norm NF C 15-100.
De toevoerleiding van de ketel moet bij de installatie worden
beveiligd door een overstroombeveiliging aan het begin van
het voedingscircuit van de ketel. De nominale waarde van
de overstroombeveiliging moet in overeenstemming zijn
met de stroombelastbaarheid van de gebruikte kabels en in
verhouding staan tot het vermogen van de ketel.
Evenzo moet de breekcapaciteit van deze beveiligingen
toereikend zijn voor de veronderstelde kortsluitstroom op
de plaats waar de apparatuur is geïnstalleerd.
Een berekeningsnota die aan de voorschriften voldoet, moet de
keuze van de overstroombeveiligingsinrichting aan het begin
van het voedingscircuit en de doorsnede van de geleiders
valideren. Het is essentieel om de doorsnede te controleren
in geval van grote afstand tot het elektrische aansluitpunt.
Bij de elektrische aansluiting op het aardingsnet moet een
potentiaalvereffening tot stand worden gebracht tussen
de aardklem van de ketel en de metalen waterleidingen.
De doorsneden en overstroombeveiligingen in de onder-
staande tabel worden ter indicatie gegeven. De in onder-
staande tabel vermelde doorsneden en overstroom-
beveiligingen worden slechts ter indicatie gegeven en
moeten worden bevestigd door een berekeningsnota,
afhankelijk van de wijze van leggen van de voedingskabel
en de lengte ervan.
Hydraulische aansluiting
■
■
Aanvoer F 3/4"
Retour
F 3/4"
Vermogen
Kabel
3 kW
3x 2,5 mm²
6 kW
5x 0,5 mm²
Vermogen aanpassing
Elke verwarmingspen (3 pennen) wordt gevoed door de
veiligheidscontactor op de spoel contactor. Om het vermogen
aan te passen en met slechts één of twee pennen te werken,
verwijdert u gewoon de overeenkomstige zwarte draad van
de veiligheidscontactor naar de spoel contactor. Op die manier
zal de contactor de verwarmingspen niet langer van stroom
voorzien.
Enkelfasige 230 V AC aansluiting
N
L1
L2
L3
Schroef de metalen strip (shunt) op de
faseklemmen L1-L2-L3 en sluit de fase
aan op L2.
N
L1
L2
L3
De elektrische ketel is ontworpen voor een eenfasige
aansluiting met de montage van de meegeleverde metalen
strip (shunt) die de 3 fasen verbindt (zie hierboven).
De algemene voeding wordt aan de bovenzijde van de klemmen
aangesloten met een starre kabel met een voedingsdoorsnede
van 3x 2,5 mm² (aarde, nulleider, fase).
De starre kabel van de R02V moet eenvoudig gestript worden
voor rechtstreekse aansluiting op de aansluitklemmen (op de
hierboven vermelde plaats) door de kooi vast te schroeven
met een platte schroevendraaier.
De ketel kan worden bediend met de bedieningsklemmen 1
en 2, zie
pagina 8
.
Controleer indien de elektrische aansluitingen goed
vastgeschroefd zijn bij elke start.
Beveiliging
20 A
10 A
5
Advertenties
Inhoudsopgave
