Elektrische aansluiting
De
2-aderige
aangesloten aan de klemmen A en B van
de
2-polige
montageplaat.
A B
Aansluitsokkel (bovendeel verwijderd)
Opgelet!
De aansluitingen mogen niet verwisseld
worden en moeten overeenkomstig hun
kenmerking A en B in de aansluitsokkel
geïnstalleerd worden.
Na de elektrische aansluiting wordt het
ruimteapparaat
zoals
afbeelding hierboven vlak in de montage-
plaat gehangen en naar beneden geklapt
tot het met de vergrendeling hoorbaar
inklikt.
databusleiding
wordt
aansluiting
op
getoond
in
Elektrische
warmteopwekker
De elektrische aansluiting gebeurt al
de
naargelang soort en uitvoering van de
betreffende warmteopwekker en direct
aan de met A en B gemarkeerde klemmen
in de desbetreffende stuurautomaat resp.
interface.
Gedetailleerde informatie kunt u vinden in
de documentatie van de desbetreffende
warmteopwekker.
Toebehoren
Buitenvoeler
Montageplaats
De buitenvoeler moet op ongeveer een
derde van de hoogte van het gebouw
(minimumafstand tot de grond 2 m) aan de
koudste kant van het gebouw (noord resp.
noord-oost) worden aangebracht.
Uitzondering: Als
de
Bij de montage moet rekening worden
gehouden met externe warmtebronnen,
die de meetwaarde aanzienlijk kunnen
vervalsen
warme lucht uit luchtkokers, montage op
zwarte oppervlakken, koudebruggen in het
metselwerk enz.). De kabeluitvoer moet
altijd naar beneden gericht zijn om te
vermijden dat er vocht binnendringt.
6
aansluiting
Buitenvoeler AF 120
de
geprefereerde
verblijfruimte
andere richting ligt, dan
moet de buitenvoeler aan
de desbetreffende zijde
van het gebouw worden
gemonteerd.
(verwarmde
schoorstenen,
aan
de
in
een