4. Als
databusleidingen
afgeschermde kabels gebruikt worden.
5. De aarding van de kabelafscherming
moet
eenzijdig
aardleidingaansluiting gebeuren, b.v.
aan
de
bekledingsplaat
warmteopwekker, de aardleidingklem
enz. Meervoudige aarding van een
kabel is niet toegelaten (bromlus).
Hier niet aarden!
Stuurautomaat in
CV-toestel
Aansluiting al
naargelang
uitvoering direct of
via geschikte
interface
Afb. 4: Eenzijdige aarding van de afscherming
Bij stervormige databusnetten mag er
geen dubbele aarding gebeuren. De
aarding
moet
uitgevoerd in het sterpunt!
afscherming
2-aderige
databusleiding
Afb. 5: Aarding bij stervormige databus
moeten
aan
de
van
de
eenzijdig
worden
verdelerklem
aftakdoos
6. De buitenvoeler mag niet in de buurt
van zend- en ontvangstinrichtingen
gemonteerd worden (op garagemuren
in de buurt van ontvangstinrichtingen
voor
garagepoortopeners,
teurradioantennes,
installaties en in de onmiddellijke
nabijheid van grote zendinstallaties
enz.).
Aanbevolen
maximaal toegelaten leidinglengtes:
A - Voelerleidingen
Alle
leidingen
heidskleinspanning
voelerleidingen): 0,5 mm
Maximaal toegelaten kabellengte: 100 m
Langere verbindingsleidingen moeten
vermeden worden om het gevaar van
storingen te voorkomen.
B - Databusleidingen
Aanbevolen uitvoeringen:
J-Y(St)Y 1 x 2 x 0.6 mm
Maximaal
100 m
Langere verbindingsleidingen moeten
vermeden worden om het gevaar van
storingen te voorkomen.
4
alarmradio-
leidingdiameters
die
geleiden
2
2
toegelaten
kabellengte:
ama-
en
veilig-
(b.v.