Instelling bekabeld netwerk
U moet de netwerkprotocollen op uw apparaat instellen om het apparaat in
uw netwerk te kunnen gebruiken.
U kunt het netwerk gebruiken nadat u een netwerkkabel hebt aangesloten
op de desbetreffende poort op uw computer.
Gebruik het programma SyncThru™ Web Service of SetIP bij modellen
zonder displayscherm op het bedieningspaneel.
•
Zie "SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 193.
•
Zie "Het IP-adres instellen" op pagina 109.
4
Een netwerkconfiguratierapport afdrukken
U kunt een netwerkconfiguratierapport afdrukken vanaf het
bedieningspaneel van het apparaat, waarin de huidige netwerkinstellingen
van uw apparaat worden weergegeven. Dit zal u helpen bij de installatie van
een netwerk.
Houd de knop
(Annuleren) op het bedieningspaneel langer dan vier
seconden ingedrukt.
In dit netwerkconfiguratierapport kunt u het MAC-adres en IP-adres van
uw apparaat vinden.
Voorbeeld:
•
MAC-adres: 00:15:99:41:A2:78
•
IP-adres: 192.0.0.192
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
108