roteert wanneer de gashendel in de stationaire stand staat,
moet de stationairstand van de carburateur gecontroleerd
worden. Zie instructies in het hoofdstuk Onderhoud.
Stopschakelaar
De stopschakelaar moet gebruikt worden om de motor uit te
schakelen.
Start de motor en controleer of de motor wordt uitgeschakeld
wanneer de stopschakelaar in de stopstand wordt gezet.
Beschermkap voor snijuitrusting
Deze beschermkap voorkomt dat losse voorwerpen in de
richting van de gebruiker worden geslingerd. De
beschermkap voorkomt tevens dat de gebruiker in aanraking
komt met de snijuitrusting.
Controleer of de beschermkap niet beschadigd is en geen
barsten vertoont. Vervang de beschermkap als ze gebarsten
is of slagen te verduren gehad heeft.
Gebruik altijd de aanbevolen beschermkap voor die
specifieke snijuitrusting. Zie het hoofdstuk Technische
gegevens.
WAARSCHUWING! Onder geen beding mag
!
snijuitrusting worden gebruikt zonder dat
een goedgekeurde beschermkap is
gemonteerd. Zie het hoofdstuk Technische
gegevens. Indien een verkeerde of defecte
beschermkap wordt gemonteerd, kan dit
ernstige verwondingen veroorzaken.
8 –
Dutch
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Trillingdempingssysteem
Uw machine is uitgerust met een trillingdempingssysteem dat
geconstrueerd is om zo trillingvrij en comfortabel mogelijk
met de zaag te kunnen werken.
Het gebruik van een verkeerd gewikkelde draad of niet
scherpe, foutieve snijuitrusting (verkeerd type of verkeerd
gevijlde, zie aanwijzingen in het hoofdstuk Vijlen van het
maaiblad) verhoogt het trillingsniveau.
Het trillingdempingssysteem van de machine reduceert het
overbrengen van de trillingen van de motoreenheid/
snijuitrusting op de handvateenheid van de machine.
Controleer het trillingdempingselement regelmatig op
materiaalbarsten en vervormingen. Controleer of de
trillingdempingselementen heel zijn en goed vast zitten.
WAARSCHUWING! Als men teveel wordt
!
blootgesteld aan trillingen, kan dit tot
bloedvat- en zenuwbeschadigingen leiden
bij personen die een slechte bloedcirculatie
hebben. Consulteer uw dokter wanneer u
symptomen heeft die gekoppeld kunnen
worden aan te grote blootstelling aan
trillingen. Zulke symptomen zijn: slapen,
geen gevoel, "kriebels" , "speldeprikken",
pijn, geen of vermindering van kracht,
huidverkleuringen of veranderingen van het
huidoppervlak. Deze symptomen hebben
meestal betrekking op vingers, handen of
polsen. De risico's kunnen bij lage
temperaturen toenemen.
Snelontgrendeling
Vooraan zit een makkelijk bereikbare snelontgrendeling als
veiligheidsmaatregel indien de motor vlam vat of in een
andere situatie waarin men zich snel van de machine en het
draagstel moet ontdoen. Zie aanwijzingen in het hoofdstuk
Aanpassen van draagstel en motorzeis.
Controleer of de riemen van het draagstel juist zitten.
Wanneer het draagstel en de machine afgesteld zijn, moet u
controleren of de snelontgrendeling van het draagstel werkt.