Is dit niet mogelijk, dan moet in de vast ge-
▶
plaatste elektrische installatie een alpolige schei-
dingsinrichting volgens de voorwaarden van de
overspanningscategorie III en volgens de op-
bouwvoorschriften worden ingebouwd.
De vaste aansluiting mag alleen door een elektri-
▶
cien worden aangelegd. Wij adviseren een aard-
lekschakelaar (FI-schakelaar) in de stroomkring
naar het apparaat te installeren.
¡ Scherpe componenten binnen het apparaat kunnen
de aansluitkabel beschadigen.
De aansluitkabel niet knikken of inklemmen.
▶
¡ De aansluitgegevens zijn op het typeplaatje in de
binnenruimte van het apparaat terug te vinden.
¡ Om het typeplaatje te zien, de vetfilter demonteren.
¡ De aansluitleiding is ca. 1,30 m lang.
¡ Dit apparaat voldoet aan de ontstoringsvoorschriften
van de EG.
¡ Het apparaat is conform de beschermingsklasse 1.
Daarom het apparaat alleen met een aarddraadaan-
sluiting gebruiken.
¡ Het apparaat tijdens de montage niet op de stroom
aansluiten.
¡ Ervoor zorgen dat de bescherming tegen aanraking
door de inbouw is gegarandeerd.
¡ Alleen een daartoe bevoegd vakman mag appara-
ten zonder stekker aansluiten. Voor hem gelden de
bepalingen van de regionale elektriciteitsmaatschap-
pij.
Algemene aanwijzingen
¡ De kookdamp wordt met toenemende afstand van
de kookplaat moeilijker afgezogen door het appa-
raat. Daarom een afstand van minstens 700 mm en
maximaal 1500 mm in acht nemen.
¡ Om de kookdamp optimaal op te vangen, het appa-
raat in het midden boven de kookplaat monteren.
¡ Om het apparaat in het geval van service ongehin-
derd te bereiken, een gemakkelijk toegankelijke
montageplaats kiezen.
¡ De oppervlakken van het apparaat zijn gevoelig. Bij
de montage beschadigingen vermijden.
Installatie
Plafond controleren
Controleren of het plafond horizontaal is en voldoen-
1.
de draagvermogen heeft.
Het max. gewicht van het apparaat bedraagt 40 kg.
Het apparaat mag niet direct in gipskartonplaten (of
gelijksoortig licht bouwmateriaal) van een vrij han-
gend plafond worden gemonteerd.
De boorgatdiepte overeenkomstig de schroeflengte
2.
boren.
Het apparaat met een bevestigingsmateriaal monte-
3.
ren dat voldoende stabiel alsook aan de bouwkundi-
ge situatie en het gewicht van het apparaat is aan-
gepast.
Het uitsnijgedeelte op een voorhanden kabelplaat-
4.
sing van andere apparaten controleren.
Plafond voorbereiden
Om schade te vermijden, de kookplaat afdekken.
1.
De positie van het apparaat bepalen en hierbij het
2.
midden van de kookplaat uitgaand bepalen.
Met behulp van de boorsjabloon de posities voor de
3.
bevestigingsschroeven opmeten en aftekenen.
De onderkant van het apparaat is identiek met de
onderkant van de boorsjabloon.
Ervoor zorgen dat zich in het bereik van de borin-
4.
gen geen stroomleidingen, gasleidingen of waterlei-
dingen bevinden.
Vier gaten met een diameter van 6 mm voor de be-
5.
vestiging boren.
De boorgatdiepte overeenkomstig de schroeflengte
6.
boren.
De bevestigingsschroeven in het plafond schroeven.
7.
De draadstangen erin schroeven.
8.
De moeren ca. 10 mm op de draadstangen draaien.
9.
13
4
Apparaat voorbereiden
De vetfilters verwijderen.
1.
De vetfilter niet buigen om beschadigingen te voor-
komen.
Montagehandleiding nl
17