Kinderen bij het vervangen van batterijen in het
▶
oog houden.
¡ Batterijen kunnen exploderen.
De batterijen niet opladen.
▶
De batterijen niet kortsluiten.
▶
De batterijen niet in het vuur gooien.
▶
LET OP!
¡ Ondeskundige omgang met batterijen.
De aansluitklemmen niet kortsluiten.
▶
Alleen batterijen van het opgegeven type gebrui-
▶
ken.
Geen verschillende batterijtypes samen gebrui-
▶
ken.
Geen nieuwe en gebruikte batterijen samen ge-
▶
bruiken.
Geen heroplaadbare batterijen gebruiken.
▶
¡ Lekkende batterijen beschadigen de afstandsbedie-
ning.
De batterijen gebruiken als u de afstandsbedie-
▶
ning niet gebruikt.
De lege of defecte batterijen op een milieuvrien-
▶
delijke manier en veilig afvoeren.
De afdekking eraf halen.
1.
De lege batterijen verwijderen.
2.
Functiestoringen
Storing
Apparaat werkt niet.
Oorzaak
Netstekker van de stroomkabel is
niet ingestoken.
Zekering is defect.
Stroomvoorziening is uitgevallen.
De nieuwe batterijen plaatsen (type 3 V CR 2032).
3.
De afdekking sluiten.
4.
De lege batterijen op een milieuvriendelijke manier
5.
afvoeren.
Storingen verhelpen
Kleinere storingen aan het apparaat kunt u zelf verhel-
pen. Raadpleeg voordat u contact opneemt met de
klantenservice de informatie over het verhelpen van
storingen. Zo voorkomt u onnodige kosten.
WAARSCHUWING ‒ Gevaar voor letsel!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen geschoold vakpersoneel mag reparaties aan
▶
het apparaat uitvoeren.
Bel de servicedienst als het apparaat defect is.
▶
WAARSCHUWING ‒ Gevaar voor een elektrische
schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag repa-
▶
raties aan het apparaat uitvoeren.
Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen
▶
worden gebruikt voor reparatie van het apparaat.
Als het netsnoer van dit apparaat wordt beschadigd,
▶
moet het door geschoold vakpersoneel worden ver-
vangen.
Verhelpen van storingen
Apparaat aansluiten op het elektriciteits-
▶
net.
Controleer de zekering in de meterkast.
▶
Controleer of de verlichting van de bin-
▶
nenruimte of andere apparaten functione-
ren.
Storingen verhelpen nl
13