WAARSCHUWING! Controleer
wanneer de installatie is voltooid of
alle leidingfittingen goed zijn afgedicht.
Gebruik een zeepoplossing, geen
vlam!
VERVANGING VAN GASINSPUITERS
1. Verwijder de pannendrager.
2. Verwijder de branderkappen en -kronen.
3. Verwijder met een dopsleutel 7 de
hoofdsproeiers, en vervang ze door de
sproeiers die vereist zijn voor het type gas dat u
gebruikt (zie de tabel in het hoofdstuk
'Technische gegevens').
4. Zet de onderdelen in omgekeerde volgorde
terug.
5. Vervang het typeplaatje (naast de
gastoevoerleiding) door het plaatje voor het
nieuwe type gastoevoer. U kunt het plaatje
vinden in het zakje dat bij het apparaat geleverd
is.
Als de toevoergasdruk aanpasbaar is of verschilt
van de vereiste druk, moet u een geschikte
drukregelaar op de gastoevoerleiding monteren.
INSTELLEN VAN HET MINIMUMNIVEAU
Het minimumniveau van de branders afstellen:
1. Steek de brander aan.
2. Draai de knop naar de minimale stand.
3. Verwijder de knop en de pakking.
4. Pas de stand van de bypass-schroef aan met
een smalle schroevendraaier (A).
A
5. Als u overstapt:
•
van aardgas G25,3 25 mbar, G25 25 mbar
of aardgas G20 20 mbar naar vloeibaar
gas, draait u de bypass-schroef volledig
vast.
•
van vloeibaar gas op aardgas G25,3 25
mbar, G25 25 mbar of aardgas G20 20
mbar, draai de bypass-schroef dan
ongeveer 1/4 draai los (1/2 draai bij een
multibrander).
6. Zet de pakking en de knop weer terug.
WAARSCHUWING! Zorg dat de vlam
niet uitgaat als u de knop snel van de
maximale stand naar de minimale
stand draait.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
•
Zorg er voor dat het aangegeven voltage en het
type stroom op het typeplaatje overeenkomen
met het voltage en stroomtype van uw lokale
stroomleverancier.
•
Dit apparaat wordt geleverd met een netsnoer
en stekker.
•
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
•
Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
•
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
7