Programmeerfuncties
Gebruik de sensortoets Start/Trom-
mel bijvullen om de gekozen pro-
grammeerfunctie te bevestigen.
Programmeerfunctie bewerken en
opslaan
U kunt een programmeerfunctie in- of
uitschakelen of verschillende opties kie-
zen.
De optie van de programmeerfunctie
wordt in de tijdsaanduiding door in
combinatie met een cijfer weergege-
ven:
bijv. .
Door het aanraken van de sensor-
toets of schakelt u de program-
meerfunctie in/uit of kiest u een op-
tie:
Programmeerfunctie
Mogelijke keuze
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
86
X
X
X
X
X
X
X
X
tot en
met
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X = selecteerbaar, = fabrieksinstelling
Gebruik de sensortoets Start/Trom-
mel bijvullen om de gekozen pro-
grammeerfunctie te bevestigen.
Het nummer van de programmeerfunc-
tie (bijv. ) brandt weer.
Programmeerniveau verlaten
Draai de programmakeuzeschakelaar
op .
De programmering is nu constant opge-
slagen. U kunt deze op elk moment
weer wijzigen.
X
X
X