Inhoudsgave Voor gebruik ............... 4 Draadloos WAN gebruiken ..........72 Meer informatie over uw VAIO-computer...... 5 De Bluetooth-functie gebruiken ........76 Ergonomische overwegingen........8 Vingerafdrukverificatie gebruiken ........82 De TPM gebruiken............89 Aan de slag............... 10 De besturingselementen en poorten ......11 Randapparaten gebruiken..........99 De lampjes ..............
Pagina 3
Uw VAIO-computer uitbreiden ........149 Optische schijven ............197 Geheugen toevoegen en verwijderen ....... 150 Beeldscherm..............202 Afdrukken ..............206 Voorzorgsmaatregelen ........... 156 Microfoon ..............207 Veiligheidsinformatie ..........157 Luidsprekers ..............208 Verzorging en onderhoud.......... 159 Touchpad..............210 Met de computer omgaan ......... 160 Toetsenbord ..............211 Met het LCD-scherm omgaan ........
De weergaven van de buitenkant van de computer in deze handleiding kunnen iets afwijken van hoe uw computer er werkelijk uitziet. De specificaties vinden Sommige functies, opties en geleverde artikelen zijn mogelijk niet beschikbaar voor uw computer. Voor informatie over de configuratie van uw computer gaat u naar de VAIO Support-website op http://support.vaio.sony.eu/.
Voor gebruik > Meer informatie over uw VAIO-computer Meer informatie over uw VAIO-computer In dit deel vindt u ondersteuningsinformatie over uw VAIO-computer. 1. Gedrukte documentatie ❑ Handleiding Snel aan de slag: een overzicht voor het aansluiten van onderdelen, installatie-informatie enz. ❑...
Voor gebruik > Meer informatie over uw VAIO-computer 2. Documentatie op het scherm ❑ VAIO-gebruikershandleiding: algemene informatie over uw computer inclusief informatie voor ondersteuning en het oplossen van problemen. Voor toegang tot de VAIO-gebruikershandleiding, klikt u op Start , Alle programma's en Handleiding VAIO. ❑...
(pagina 33) voor meer informatie. Als u meer hulp nodig hebt, gaat u naar de VAIO Support-website op http://support.vaio.sony.eu/. Wanneer u contact opneemt met VAIO Support hebt u het serienummer van de computer nodig. Het serienummer bestaat uit 15 getallen en kan worden gevonden onder in het venster VAIO Care, onder of achter op de computer, of in het batterijcompartiment.
Voor gebruik > Ergonomische overwegingen Ergonomische overwegingen U zult uw computer waarschijnlijk op verschillende plaatsen gebruiken. Indien mogelijk moet u rekening houden met de volgende ergonomische overwegingen die zowel betrekking hebben op gewone als op draagbare computers: ❑ Positie van de computer: plaats de computer direct voor u. Houd uw onderarmen horizontaal, met uw polsen in een neutrale, comfortabele positie als u het toetsenbord of het aanwijsapparaat gebruikt.
Pagina 9
Voor gebruik > Ergonomische overwegingen ❑ Gezichtshoek t.o.v. het scherm: gebruik de kantelfunctie van het beeldscherm om de juiste positie te bepalen. Dit is minder belastend voor uw ogen en spieren. Stel ook het helderheidsniveau van het scherm optimaal in. ❑...
Aan de slag > Aan de slag In dit deel wordt beschreven hoe u aan de slag kunt met de VAIO-computer. Sluit wanneer u uw computer voor de eerste keer opstart geen hardware aan die niet bij uw computer is geleverd. Wanneer u klaar bent, sluit u één apparaat tegelijk aan (bijvoorbeeld een printer, een externe harde schijf, een scanner enzovoort), volgens de instructies van de fabrikant.
Aan de slag > De besturingselementen en poorten De besturingselementen en poorten Bekijk de besturingselementen en poorten op de volgende pagina's. Het uiterlijk van de computer verschilt mogelijk van de illustraties in deze handleiding vanwege variaties in specificaties. Voorzijde LCD-scherm (pagina 162) Toetsenbord (pagina 35)
Pagina 12
Aan de slag > De besturingselementen en poorten ASSIST-knop (pagina 40) Knop voor het schikken van vensters (pagina 40) VAIO-knop (pagina 40) Uitwerpknop voor station (pagina 40), (pagina 42) Presentatieknop (pagina 40) Lampje voor SPEED-modus (pagina 17), (pagina 134) Prestatiekeuzeschakelaar (pagina 134) Lampje voor AUTO-modus (pagina...
Pagina 13
Aan de slag > De besturingselementen en poorten Achterzijde Batterijconnector (pagina 20) Sleuf voor simkaart (pagina 72) Alleen op bepaalde modellen.
Pagina 14
Aan de slag > De besturingselementen en poorten Rechterzijde USB-poort (pagina 129) Optisch station (pagina 42) Opening voor handmatig uitwerpen (pagina 197) Monitorpoort (pagina 119) Aan/uit-knop/Aan/uit-lampje (pagina 17) Voldoet aan de USB 2.0-standaard. Alleen op bepaalde modellen. Niet toegankelijk wanneer de computer op de poortreplicator is aangesloten.
Pagina 15
Aan de slag > De besturingselementen en poorten Linkerzijde DC IN-poort (pagina 18) Ventilatieopening Beveiligingssleuf Netwerkpoort (LAN) (pagina 66) HDMI-uitvoerpoort (pagina 122) USB-poorten (pagina 129) ExpressCard/34-sleuf (pagina 57) i.LINK 4-pins poort (S400) (pagina 131) Niet toegankelijk wanneer de computer op de poortreplicator is aangesloten. U hoort gedurende de eerste seconden van het afspelen mogelijk geen geluid van een uitvoerapparaat dat is aangesloten op de HDMI-uitvoerpoort.
Pagina 16
Aan de slag > De besturingselementen en poorten Onderzijde Ventilatieopeningen Kapje van aansluiting voor poortreplicator (pagina 108) Kapje van geheugenmodulecompartiment (pagina 150)
Aan de slag > De lampjes De lampjes Uw computer is voorzien van de volgende lampjes: Lampjes Functies Aan/Uit 1 Brandt groen wanneer de computer in de normale modus is, knippert langzaam oranje wanneer de computer in de slaapstandmodus staat en brandt niet als de computer in de sluimerstand staat of is uitgeschakeld. Brandt wanneer de batterij wordt opgeladen.
Aan de slag > Een stroombron aansluiten Een stroombron aansluiten De computer kan werken op netstroom (via een netadapter) of op een oplaadbare batterij. Sluit de netadapter aan op de computer voordat u de computer voor het eerst gebruikt. Gebruik de computer niet zonder dat de batterij geplaatst is, dit kan leiden tot storingen. De netadapter gebruiken Wanneer de computer rechtstreeks op netspanning is aangesloten en er een batterij is geplaatst, wordt netspanning gebruikt.
Pagina 19
Aan de slag > Een stroombron aansluiten ✍ Als u de netstroom naar de computer volledig wilt verbreken, koppelt u de netadapter los van het wandcontact. Zorg ervoor dat het stopcontact gemakkelijk toegankelijk is. Als u de computer lange tijd niet gaat gebruiken, zet u deze in de sluimerstand. Zie De sluimerstand gebruiken (pagina 30).
Aan de slag > De batterij gebruiken De batterij gebruiken De batterij is al in de computer geplaatst, maar is niet volledig opgeladen op het moment van de levering. Gebruik de computer niet zonder dat de batterij geplaatst is, dit kan leiden tot storingen. De batterij plaatsen/verwijderen De batterij plaatsen Schakel de computer uit en sluit het LCD-scherm.
Pagina 21
Aan de slag > De batterij gebruiken Schuif de batterij diagonaal in het batterijcompartiment tot de uitsteeksels (2) aan beide kanten van het batterijcompartiment in de U-vormige uitsparingen (3) aan beide kanten van de batterij zitten.
Pagina 22
Aan de slag > De batterij gebruiken Druk de batterij in het batterijcompartiment totdat deze op zijn plaats klikt. Schuif het vergrendelingslipje LOCK van de batterij naar binnen om de batterij aan de computer vast te koppelen.
Schuif de batterij vervolgens uit de computer. Voor uw veiligheid wordt het ten zeerste aanbevolen alleen originele oplaadbare batterijen en netadapters van Sony te gebruiken die voldoen aan de kwaliteitsstandaard. Deze worden door Sony geleverd voor uw VAIO-computer. Sommige VAIO-computers werken alleen met een goedgekeurde...
Aan de slag > De batterij gebruiken De batterij opladen De batterij die bij uw computer wordt geleverd, is niet volledig opgeladen op het moment van de levering. De batterij opladen Plaats de batterij. Sluit de computer met de netadapter aan op een stopcontact. Het lampje voor batterijlading gaat branden wanneer de batterij wordt opgeladen.
Pagina 25
Aan de slag > De batterij gebruiken ✍ Laat de batterij in de computer zitten als deze rechtstreeks op netspanning is aangesloten. De batterij wordt verder opgeladen terwijl u de computer gebruikt. Als de batterij bijna leeg is en zowel het batterijlampje als het stroomlampje knipperen, sluit u de netadapter aan zodat de batterij weer kan worden opgeladen, of schakelt u de computer uit om een volledig opgeladen batterij te plaatsen.
Aan de slag > De batterij gebruiken De oplaadcapaciteit van de batterij controleren De oplaadcapaciteit van de batterij gaat langzaam achteruit naarmate de batterij vaker is opgeladen en de batterij langer wordt gebruikt. Om het meeste uit uw batterij te halen, controleert u de oplaadcapaciteit van de batterij en wijzigt u de batterijinstellingen.
Aan de slag > De batterij gebruiken De batterij langer laten meegaan Wanneer de computer op de batterij werkt, kunt u de batterij met de volgende methoden langer laten meegaan. ❑ Verlaag de helderheid van uw computerscherm. ❑ Gebruik de modus voor energiebesparing. Zie Modi voor energiebesparing gebruiken (pagina 29) voor meer informatie.
Aan de slag > De computer veilig uitschakelen De computer veilig uitschakelen Zorg ervoor dat u de computer op de juiste manier afsluit om te vermijden dat u gegevens verliest, zoals hieronder wordt beschreven. De computer afsluiten Schakel alle op de computer aangesloten randapparaten uit. Sla uw gegevens op en sluit alle actieve softwaretoepassingen.
Aan de slag > Modi voor energiebesparing gebruiken Modi voor energiebesparing gebruiken U kunt via de instellingen voor energiebeheer ervoor zorgen dat de batterij minder snel leeg raakt. Naast de normale werkingsmodus, heeft de computer twee andere modi voor energiebesparing: Slaapstand en sluimerstand. Als u de computer lange tijd niet gaat gebruiken en deze niet is aangesloten op de netstroom, zet u de computer in de sluimerstand of schakelt u deze uit.
Aan de slag > Modi voor energiebesparing gebruiken De slaapstand gebruiken De slaapstand activeren Klik op Start, vervolgens op de pijl naast de knop Afsluiten en daarna op Slaapstand. Terugkeren naar de normale modus ❑ Druk op een willekeurige toets. ❑...
Aan de slag > Uw computer in optimale toestand houden Uw computer in optimale toestand houden Uw computer bijwerken Zorg ervoor dat u de laatste updates met de volgende softwaretoepassing op uw VAIO-computer installeert, ter verbetering van de efficiëntie, veiligheid en functionaliteit van de computer. U wordt door VAIO Update gewaarschuwd als er nieuwe updates op internet beschikbaar zijn.
Aan de slag > Uw computer in optimale toestand houden De antivirussoftware actueel houden U kunt de programma's voor internetbeveiliging bijgewerkt houden met de recentste updates door deze te downloaden en te installeren van de website van de fabrikant. Uw computer moet verbinding hebben met internet voordat u updates kunt downloaden. ❑...
Aan de slag > Uw computer in optimale toestand houden VAIO Care gebruiken Met VAIO Care kunt u regelmatig prestatiecontroles uitvoeren en de computer afstellen om deze op een optimaal niveau te laten presteren. Open VAIO Care wanneer er een probleem op de computer is aangetroffen. Met VAIO Care kunt u de juiste maatregelen treffen om het probleem op te lossen.
De VAIO-computer gebruiken > De VAIO-computer gebruiken In dit deel wordt beschreven hoe u optimaal kunt gebruikmaken van alle mogelijkheden van de VAIO-computer. ❑ Het toetsenbord gebruiken (pagina 35) ❑ Het touchpad gebruiken (pagina 38) ❑ De knoppen voor speciale functies gebruiken (pagina 40) ❑...
De VAIO-computer gebruiken > Het toetsenbord gebruiken Het toetsenbord gebruiken Het toetsenbord is voorzien van extra toetsen waarmee u specifieke taken kunt uitvoeren. Combinaties en functies met de Fn-toets ✍ Sommige toetsenbordfuncties kunnen pas worden gebruikt wanneer het besturingssysteem volledig is opgestart. Combinatie/Functie Functie Fn + % (F2): dempen...
Pagina 36
De VAIO-computer gebruiken > Het toetsenbord gebruiken Combinatie/Functie Functie Hiermee wordt het formaat van een afbeelding of document in sommige programma's Fn + (F9/F10): in- en uitzoomen gewijzigd. Druk op Fn+F9 als u de weergave er kleiner en verder weg wilt laten uitzien (uitzoomen). Druk op Fn+F10 als u de schermweergave er groter en dichterbij wilt laten uitzien (inzoomen).
Pagina 37
De VAIO-computer gebruiken > Het toetsenbord gebruiken De instellingen van het verlichte toetsenbord wijzigen Sommige functies en opties zijn mogelijk niet beschikbaar op uw computer. Als uw computer is uitgerust met een verlicht toetsenbord, kunt de toetsenbordverlichting automatisch in en uit laten schakelen afhankelijk van het omgevingslicht.
De VAIO-computer gebruiken > Het touchpad gebruiken Het touchpad gebruiken U kunt objecten op het scherm aanwijzen, selecteren en slepen, en u kunt door een lijst met items bladeren met behulp van het touchpad. Actie Beschrijving Aanwijzen Schuif uw vinger over het touchpad (1) om de aanwijzer (2) op een item of object te plaatsen. Klikken Druk één keer op de linkerknop (3).
Pagina 39
De VAIO-computer gebruiken > Het touchpad gebruiken ✍ U kunt het touchpad in- of uitschakelen wanneer er een muis op de computer is aangesloten. Gebruik VAIO Control Center om de instellingen van het touchpad te wijzigen. Sluit een muis aan voordat u het touchpad uitschakelt. Als u het touchpad uitschakelt voordat u een muis op de computer hebt aangesloten, kunt u alleen het toetsenbord als aanwijzer gebruiken.
De VAIO-computer gebruiken > De knoppen voor speciale functies gebruiken De knoppen voor speciale functies gebruiken De computer is uitgerust met speciale knoppen, waarmee u specifieke functies van de computer kunt gebruiken. Sommige functies en opties in dit deel zijn mogelijk niet beschikbaar op uw computer. Zie de specificaties voor informatie over de configuratie van uw computer.
De VAIO-computer gebruiken > De ingebouwde camera gebruiken De ingebouwde camera gebruiken Uw computer is uitgerust met een ingebouwde MOTION EYE-camera. Met toepasselijke opnamesoftware hebt u de volgende mogelijkheden: ❑ Foto's en films vastleggen ❑ Bewegingen van objecten registreren en vastleggen voor controledoeleinden ❑...
De VAIO-computer gebruiken > Het optische station gebruiken Het optische station gebruiken Uw computer is mogelijk uitgerust met een ingebouwd optisch schijfstation. Sommige functies en opties in dit deel zijn mogelijk niet beschikbaar op uw computer. Zie de specificaties voor informatie over de configuratie van uw computer. Een schijf plaatsen Zet de computer aan.
Pagina 43
De VAIO-computer gebruiken > Het optische station gebruiken Sluit de lade door deze voorzichtig in het station te duwen. Verwijder de optische schijf niet als de computer in een energiebesparende modus staat (slaapstand of sluimerstand). Zet de computer weer in de normale modus voor u de schijf verwijdert.
Pagina 44
De VAIO-computer gebruiken > Het optische station gebruiken Ondersteunde schijven ™ Met de computer kunt u CD's, DVD's en Blu-ray Disc -media afspelen en opnemen, afhankelijk van het model dat u hebt gekocht. Zie onderstaande referentietabel voor informatie over welke media door welk optisch station worden ondersteund. AB: afspeelbaar en opneembaar A: afspeelbaar, maar niet opneembaar –: niet afspeelbaar en niet opneembaar...
Pagina 45
Lees bij het aanschaffen van voorbespeelde of lege schijven voor gebruik in een VAIO-computer eerst aandachtig de opmerkingen op de verpakking van de schijven om te zien of u de schijven in het optische station van de computer kunt gebruiken voor afspelen en opnemen. Sony geeft GEEN garanties voor de compatibiliteit van de optische stations van VAIO met schijven die niet voldoen aan de officiële 'CD'-, 'DVD'- of 'Blu-ray Disc'-...
De VAIO-computer gebruiken > Het optische station gebruiken Opmerkingen over het gebruik van het optische station Opmerkingen over het schrijven van gegevens op een schijf ❑ Gebruik alleen ronde schijven. Gebruik geen schijven met een andere vorm (ster, hart, kaart, enz.) omdat deze het optische station kunnen beschadigen.
De VAIO-computer gebruiken > Het optische station gebruiken Opmerkingen over regiocodes Op elke schijf of de verpakking staat een regiocode vermeld om aan te geven in welke regio en op welk type speler u de schijf kunt afspelen. Als de regiocode 'all' is, betekent dit dat u de schijf bijna overal ter wereld kunt afspelen. Als de regiocode van uw gebied afwijkt van het label, kunt u de schijf niet op uw computer afspelen.
Pagina 48
De VAIO-computer gebruiken > Het optische station gebruiken Als het de eerste keer is dat u een DVD op uw computer afspeelt, voert u voor het plaatsen van de schijf de volgende stappen uit: Klik op Start en selecteer Computer. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het optische station en kies Eigenschappen.
De VAIO-computer gebruiken > Het optische station gebruiken Schijven afspelen Een schijf afspelen Plaats een schijf in het optische station. Sluit de netadapter aan op de computer en sluit alle geopende softwaretoepassingen voor u een schijf afspeelt. Als er niets op het bureaublad verschijnt, klikt u op Start, gaat u naar Alle programma's en klikt u op de gewenste software voor het afspelen van de schijf.
In de 'Memory Stick Duo'-sleuf op uw computer passen de volgende formaten en types: ❑ 'Memory Stick Duo' ❑ 'Memory Stick PRO Duo' ❑ 'Memory Stick PRO-HG Duo' Alleen 'Memory Sticks' van Duo-formaat worden ondersteund, 'Memory Sticks' van standaardformaat worden niet ondersteund. Ga voor meer informatie over 'Memory Stick' naar http://www.sony.net/memorycard/.
De VAIO-computer gebruiken > Een 'Memory Stick' gebruiken Een 'Memory Stick' plaatsen en verwijderen Zo plaatst u een 'Memory Stick' Zoek de 'Memory Stick Duo'-sleuf. Houd de 'Memory Stick' zo vast dat de pijl in de richting van de sleuf wijst. Schuif de 'Memory Stick' voorzichtig in de sleuf tot deze vastklikt.
Pagina 52
De VAIO-computer gebruiken > Een 'Memory Stick' gebruiken Een 'Memory Stick Micro' ('M2') moet u eerst in een 'M2' Duo-adapter steken. Als u deze media rechtstreeks in de 'Memory Stick Duo'-sleuf steekt zonder de adapter te gebruiken, kunt u ze mogelijk niet meer uit de sleuf verwijderen.
Pagina 53
De VAIO-computer gebruiken > Een 'Memory Stick' gebruiken Zo verwijdert u een 'Memory Stick' Verwijder de 'Memory Stick' niet terwijl het lampje voor mediatoegang brandt. Als u dit doet, kunnen gegevens verloren gaan. Het duurt even voordat grote volumes gegevens worden geladen. Controleer dus of het lampje uit is voordat u de 'Memory Stick' verwijdert. Zoek de 'Memory Stick Duo'-sleuf.
De VAIO-computer gebruiken > Een 'Memory Stick' gebruiken Een 'Memory Stick' formatteren Zo formatteert u een 'Memory Stick' De 'Memory Stick' is standaard geformatteerd en is gereed voor gebruik. Als u het medium met uw computer opnieuw wilt formatteren, voert u de volgende stappen uit. Gebruik een apparaat dat geschikt is voor het formatteren van het medium en 'Memory Stick' ondersteunt om de 'Memory Stick' te formatteren.
Pagina 55
De VAIO-computer gebruiken > Een 'Memory Stick' gebruiken Klik op Starten. Volg de instructies op het scherm. Het hangt van het medium af hoe lang het duurt om een 'Memory Stick' te formatteren.
Pagina 56
Opmerkingen over het gebruik van 'Memory Sticks' ❑ Uw computer is getest en compatibel bevonden met 'Memory Sticks' van Sony met een capaciteit van maximaal 32 GB die sinds mei 2010 beschikbaar zijn. Niet voor alle 'Memory Stick' kan evenwel de compatibiliteit worden gegarandeerd.
De VAIO-computer gebruiken > Andere modules/geheugenkaarten gebruiken Andere modules/geheugenkaarten gebruiken ExpressCard-module gebruiken Uw computer is uitgerust met een een ExpressCard/34-sleuf voor de overdracht van gegevens tussen digitale camera's, camcorders, muziekspelers en andere audio- en videoapparaten. In deze sleuf kan alleen een ExpressCard/34-module (34 mm breed) worden geplaatst.
De VAIO-computer gebruiken > Andere modules/geheugenkaarten gebruiken Een ExpressCard-module plaatsen Uw computer wordt geleverd met een sleufbeveiliging in de ExpressCard-sleuf. Verwijder deze sleufbeveiliging voordat u de sleuf gebruikt. Zoek de ExpressCard-sleuf. Duw op de ExpressCard-sleufbeveiliging zodat deze eruit springt. Neem de ExpressCard-sleufbeveiliging voorzichtig vast en trek deze uit de sleuf. Houd de ExpressCard-module zo vast dat de pijl in de richting van de sleuf wijst.
Pagina 59
De VAIO-computer gebruiken > Andere modules/geheugenkaarten gebruiken ✍ Als de module niet gemakkelijk in de sleuf kan worden geplaatst, verwijdert u de kaart voorzichtig en controleert u of de kaart in de juiste richting is geplaatst. Gebruik het meest recente stuurprogramma van de fabrikant van de ExpressCard-module.
De VAIO-computer gebruiken > Andere modules/geheugenkaarten gebruiken Een ExpressCard-module verwijderen Wanneer u geen ExpressCard-module gebruikt, plaatst u de ExpressCard-sleufbeveiliging om de sleuf te beschermen tegen stof en vuil. Plaats de ExpressCard-sleufbeveiliging in de sleuf voordat u de computer verplaatst. ✍ U kunt stap 1 tot en met 4 overslaan wanneer: - uw computer is uitgeschakeld.
De VAIO-computer gebruiken > Andere modules/geheugenkaarten gebruiken Een SD-geheugenkaart gebruiken U computer is uitgerust met een SD-geheugenkaartsleuf. U kunt deze sleuf gebruiken voor de overdracht van gegevens tussen digitale camera's, camcorders, muziekspelers en andere audio- en videoapparaten. Voordat u de SD-geheugenkaart gebruikt De sleuf voor de SD-geheugenkaart op de computer ondersteunt de volgende geheugenkaarten: ❑...
De VAIO-computer gebruiken > Andere modules/geheugenkaarten gebruiken Zo plaatst u een SD-geheugenkaart Zoek de SD-geheugenkaartsleuf. Houd de SD-geheugenkaart zo vast dat de pijl in de richting van de sleuf wijst. Schuif de SD-geheugenkaart voorzichtig in de sleuf tot deze vastklikt. Forceer de kaart nooit in de sleuf.
De VAIO-computer gebruiken > Andere modules/geheugenkaarten gebruiken Zo verwijdert u een SD-geheugenkaart Zoek de SD-geheugenkaartsleuf. Controleer of het lampje voor mediatoegang uit is. Druk op de SD-geheugenkaart in de sleuf en laat deze los. De SD-geheugenkaart wordt uitgeworpen. Trek de SD-geheugenkaart uit de sleuf.
De VAIO-computer gebruiken > Andere modules/geheugenkaarten gebruiken Opmerkingen over het gebruik van geheugenkaarten Algemene opmerkingen over het gebruik van de geheugenkaart ❑ Zorg dat de geheugenkaarten die u gebruikt voldoen aan de door uw computer ondersteunde standaarden. ❑ Als u de geheugenkaart in de sleuf steekt, moet u erop letten dat de pijl in de juiste richting wijst. Forceer de geheugenkaart nooit in de sleuf om beschadiging aan de computer of de kaart te voorkomen.
De VAIO-computer gebruiken > Het internet gebruiken Het internet gebruiken Voordat u internet kunt gebruiken moet u een abonnement nemen bij een internetprovider en apparaten instellen die nodig zijn om op uw computer verbinding te maken met internet. De volgende types internetverbindingen zijn verkrijgbaar van internetproviders: ❑...
De VAIO-computer gebruiken > Het netwerk (LAN) gebruiken Het netwerk (LAN) gebruiken U kunt de computer aansluiten op netwerken van het type 1000BASE-T/100BASE-TX/10BASE-T met een LAN-kabel. Sluit het ene uiteinde van een LAN-kabel (niet meegeleverd) aan op de netwerkpoort (LAN) van de computer of van de optionele poortreplicator en het andere uiteinde op het netwerk.
De VAIO-computer gebruiken > Draadloos LAN gebruiken Draadloos LAN gebruiken Met draadloos LAN (WLAN) kan uw computer draadloos verbinding maken met een netwerk. Het WLAN maakt gebruik van de volgende standaard IEEE 802.11a/b/g/n, die de specificaties voor de gebruikte technologie bevat. Zie de specificaties voor informatie over de configuratie van uw computer.
De VAIO-computer gebruiken > Draadloos LAN gebruiken Opmerkingen over het gebruik van de functie voor draadloos LAN Algemene opmerkingen over het gebruik van de functie voor draadloos LAN ❑ In sommige landen of regio's is het gebruik van WLAN-producten onderworpen aan lokale regelgeving (bijvoorbeeld een beperkt aantal kanalen).
De VAIO-computer gebruiken > Draadloos LAN gebruiken Opmerking over de gegevenscodering De WLAN-standaard bevat de volgende coderingssystemen: Wired Equivalent Privacy (WEP), een beveiligingsprotocol, Wi-Fi Protected Access 2 (WPA2) en Wi-Fi Protected Access (WPA). WPA2 en WPA zijn ontstaan uit een gezamenlijk voorstel van de IEEE en de Wi-Fi Alliance.
De VAIO-computer gebruiken > Draadloos LAN gebruiken Draadloze LAN-communicatie starten Eerst moet er draadloze LAN-communicatie tot stand worden gebracht tussen uw computer en een toegangspunt (niet meegeleverd). Zie Windows Help en ondersteuning voor meer informatie. Verdere informatie over hoe u het kanaal selecteert dat door het toegangspunt zal worden gebruikt, vindt u in de handleiding bij uw toegangspunt. Zo start u draadloze LAN-communicatie Controleer of een toegangspunt is ingesteld.
Pagina 71
De VAIO-computer gebruiken > Draadloos LAN gebruiken Draadloze LAN-communicatie stoppen Draadloze LAN-communicatie stoppen Klik op de schakelaar naast Draadloos LAN (Wireless LAN) om deze optie Uit (Off) te zetten in het venster VAIO Smart Network. Als u de WLAN-functie uitschakelt terwijl externe documenten, bestanden of bronnen worden gebruikt, kan gegevensverlies optreden.
De VAIO-computer gebruiken > Draadloos WAN gebruiken Draadloos WAN gebruiken Met draadloos WAN (WWAN) kunt u met uw computer verbinding maken met internet via een draadloos netwerk waar er dekking voor mobiele telefonie is. WWAN is mogelijk niet in alle landen of regio's beschikbaar. Sommige functies en opties in dit deel zijn mogelijk niet beschikbaar op uw computer.
De VAIO-computer gebruiken > Draadloos WAN gebruiken Een simkaart plaatsen Om de functie voor draadloos WAN te kunnen gebruiken, plaatst u eerst een simkaart in de simkaartsleuf van uw computer. Uw simkaart zit in een kaart ter grootte van een creditcard. ✍...
Pagina 74
De VAIO-computer gebruiken > Draadloos WAN gebruiken Steek de simkaart in de simkaartsleuf met het elektronische circuit naar beneden. Raak het circuit van de simkaart niet aan. Houd de computer stevig vast wanneer u de kaart plaatst of verwijdert. Beschadig de simkaart niet, bijvoorbeeld door deze te buigen of door er druk op uit te oefenen. Plaats de batterij terug.
De VAIO-computer gebruiken > Draadloos WAN gebruiken Communicatie starten via draadloos WAN Zo start u communicatie via draadloos WAN Schakel de schakelaar WIRELESS in. Klik op het pictogram VAIO Smart Network op de taakbalk. Zorg dat de schakelaar naast Draadloos WAN (Wireless WAN) op Aan (On) staat in het venster VAIO Smart Network. Klik op de pijl naast de schakelaar Draadloos WAN (Wireless WAN) en op de knop Verbinden (Connect) om, afhankelijk van uw model of land, de software voor verbindingsbeheer, of de vooraf geïnstalleerde software van een telecomprovider te openen.
De VAIO-computer gebruiken > De Bluetooth-functie gebruiken De Bluetooth-functie gebruiken ® U kunt draadloze communicatie tot stand brengen tussen uw computer en andere Bluetooth -apparaten, zoals andere computers of mobiele telefoons. U kunt zonder kabels informatie tussen deze apparaten uitwisselen tot op een afstand van 10 meter in een open ruimte.
De VAIO-computer gebruiken > De Bluetooth-functie gebruiken Communiceren met een ander Bluetooth-apparaat U kunt een draadloze verbinding tot stand brengen tussen de computer en een Bluetooth-apparaat, bijvoorbeeld een andere computer, een mobiele telefoon, PDA, headset, muis of digitale camera.
Pagina 78
De VAIO-computer gebruiken > De Bluetooth-functie gebruiken Communiceren met een ander Bluetooth-apparaat Voor de communicatie met een ander Bluetooth-apparaat moet u eerst de Bluetooth-functie instellen. Zie Windows Help en ondersteuning voor informatie over het instellen en gebruiken van de Bluetooth-functie. Schakel de schakelaar WIRELESS in.
De VAIO-computer gebruiken > De Bluetooth-functie gebruiken Bluetooth-communicatie stoppen Zo stopt u de Bluetooth-communicatie Schakel het Bluetooth-apparaat uit dat met de computer communiceert. Klik op de schakelaar naast Bluetooth om deze optie Uit (Off) te zetten in het venster VAIO Smart Network.
De VAIO-computer gebruiken > De Bluetooth-functie gebruiken Opmerkingen over het gebruik van de Bluetooth-functie ❑ De gegevensoverdrachtsnelheid varieert, afhankelijk van de volgende omstandigheden: ❑ Obstakels, zoals muren, die zich tussen apparaten bevinden ❑ De afstand tussen de apparaten ❑ Het in de muren gebruikte materiaal ❑...
Pagina 81
De VAIO-computer gebruiken > De Bluetooth-functie gebruiken ❑ De Bluetooth-functie werkt mogelijk niet met andere apparaten, afhankelijk van de fabrikant of de softwareversie die wordt gebruikt door de fabrikant. ❑ Als u meerdere Bluetooth-apparaten op de computer aansluit, kan het gehele kanaal in beslag worden genomen, waardoor de prestaties van de apparaten verminderen.
De VAIO-computer gebruiken > Vingerafdrukverificatie gebruiken Vingerafdrukverificatie gebruiken Voor extra gebruiksgemak is de computer mogelijk uitgerust met een vingerafdruksensor. Sommige functies en opties in dit deel zijn mogelijk niet beschikbaar op uw computer. Zie de specificaties voor informatie over de configuratie van uw computer. Nadat u uw vingerafdruk(ken) hebt geregistreerd, biedt de functie voor vingerafdrukverificatie de volgende voorzieningen: ❑...
Pagina 83
De VAIO-computer gebruiken > Vingerafdrukverificatie gebruiken ❑ Archieven coderen ❑ De functie File Safe om gegevens te coderen/decoderen Met de functie File Safe kunt u een gecodeerd archief maken om een bestand en/of map op te nemen om te beveiligen tegen onbevoegde toegang. Het gecodeerde archief kan worden gedecodeerd of ontgrendeld om een bestand of map te openen door met uw vinger over de vingerafdruksensor te vegen of door het back-upwachtwoord in te voeren die u voor codering hebt opgegeven.
De VAIO-computer gebruiken > Vingerafdrukverificatie gebruiken Een vingerafdruk registreren Als u de functie voor vingerafdrukverificatie wilt gebruiken, moet u uw vingerafdruk(ken) registreren in de computer. ✍ Stel het Windows-wachtwoord op de computer in voordat u de vingerafdruk(ken) registreert. Zie Het Windows-wachtwoord instellen (pagina 143) voor gedetailleerde instructies.
Pagina 85
De VAIO-computer gebruiken > Vingerafdrukverificatie gebruiken Als het registreren van een vingerafdruk niet is gelukt, volgt u deze stappen om het nogmaals te proberen. Plaats het bovenste gewricht van de vinger op de vingerafdruksensor (1). Veeg loodrecht met de vinger over de vingerafdruksensor.
Pagina 86
De VAIO-computer gebruiken > Vingerafdrukverificatie gebruiken Plaats het topje van de vinger in het midden van de vingerafdruksensor. Scan de vingerafdruk van het bovenste gewricht van de vinger tot aan het topje. Zorg er tijdens het vegen voor dat de vinger in contact blijft met de vingerafdruksensor. Het registreren van vingerafdrukken kan mislukken als u te snel of te langzaam beweegt met de vinger.
De VAIO-computer gebruiken > Vingerafdrukverificatie gebruiken Aanmelden bij het systeem Als u de functie voor vingerafdrukverificatie wilt gebruiken in plaats van het invoeren van een wachtwoord om u aan te melden bij het systeem, moet u het wachtwoord voor inschakelen en Windows instellen en de computer configureren voor vingerafdrukverificatie.
De VAIO-computer gebruiken > Vingerafdrukverificatie gebruiken Geregistreerde vingerafdrukken wissen Voordat u de computer wegdoet of overdraagt aan een derde, wordt het ten zeerste aanbevolen de vingerafdrukgegevens die voor de vingerafdruksensor zijn geregistreerd, te wissen nadat u de gegevens op het ingebouwde opslagapparaat hebt gewist.
De VAIO-computer gebruiken > De TPM gebruiken De TPM gebruiken De Trusted Platform Module (TPM) is mogelijk geïntegreerd in uw computer en levert basisfuncties voor beveiliging. In combinatie met de TPM kunt u uw gegevens coderen en decoderen als extra beveiliging tegen onbevoegde toegang. Sommige functies en opties in dit deel zijn mogelijk niet beschikbaar op uw computer.
De VAIO-computer gebruiken > De TPM gebruiken Belangrijke opmerking Opmerkingen bij het coderen van bestanden van het besturingssysteem of programma's Door bestanden te coderen met het Encrypting File System (EFS) met de TPM die worden gebruikt door uw besturingssysteem of softwaretoepassingen, wordt het uitvoeren en gebruiken van deze software onmogelijk. Let om zulke problemen te voorkomen op het volgende voordat u het EFS gebruikt: ❑...
De VAIO-computer gebruiken > De TPM gebruiken Opmerkingen bij het coderen van sleutelbestanden of bestanden in de Personal Secure Drive Wanneer u bestanden codeert die in de volgende mappen zijn gemaakt bij de initialisatie van uw gebruikersaccount en het EFS is ingeschakeld, wordt het onmogelijk om de TPM-software te openen en de gecodeerde bestanden te decoderen. Met de standaardinstellingen kunnen de bestanden in de mappen hieronder niet worden gecodeerd, doordat ze systeemkenmerken hebben.
De VAIO-computer gebruiken > De TPM gebruiken Opmerkingen bij het coderen van back-upbestanden of andere bestanden Wanneer u back-upbestanden of token-bestanden voor noodherstel codeert, wordt het onmogelijk uw computersysteem te herstellen in geval van nood. Wanneer u token-bestanden voor het herstellen van wachtwoorden of geheime bestanden codeert, kunt u het wachtwoord niet meer herstellen.
Pagina 93
De VAIO-computer gebruiken > De TPM gebruiken ❑ Back-upbestand voor sleutels en certificaten Standaardbestandsnaam: SpBackupArchive.xml ❑ PSD-back-upbestand Standaardbestandsnaam: <Stationsnaam>-Personal Secure Drive.fsb ❑ Back-upbestand eigenaarswachtwoord Standaardbestandsnaam: SpOwner_<uw computernaam>.tpm ❑ Protocolbestand Standaardbestandsnaam: SpProtocol_<uw computernaam>_<gebruikersnaam>.<domeinnaam>.txt...
De VAIO-computer gebruiken > De TPM gebruiken De TPM configureren Als u de geïntegreerde TPM wilt gebruiken, moet u het volgende doen: De TPM inschakelen in het scherm BIOS Setup. Het Infineon TPM Professional Package installeren. De TPM initialiseren en configureren. U schakelt als volgt de TPM in het scherm BIOS Setup in Zet de computer aan.
Alle programma's en Infineon Security Platform Solution aan te wijzen en op Help te klikken. Het onderhoud en beheer van gegevens die via TPM's zijn beveiligd, moet op eigen risico worden uitgevoerd. Sony accepteert geen enkele aansprakelijkheid voor enige defecten die voortvloeien uit uw gegevensonderhoud en -beheer.
De VAIO-computer gebruiken > De TPM gebruiken BitLocker-stationsversleuteling gebruiken met de TPM BitLocker-stationsversleuteling is een functie voor gegevensversleuteling die beschikbaar is op modellen met Windows 7 Ultimate. Door BitLocker-stationsversleuteling samen met de TPM in te schakelen, worden alle gegevens op het ingebouwde opslagapparaat versleuteld. Voor gedetailleerde informatie over het gebruik en de configuratie van BitLocker-stationsversleuteling raadpleegt u Windows Help en ondersteuning.
Pagina 97
De VAIO-computer gebruiken > De TPM gebruiken De versleutelde gegevens ontgrendelen met een herstelsleutel die is opgeslagen op een USB-flashgeheugen Om de versleutelde gegevens te ontgrendelen met een herstelsleutel die is opgeslagen op een USB-flashgeheugen, heeft uw systeem toegang nodig tot het USB-flashgeheugen bij het opstarten van de computer. Volg deze stappen om de opstartvolgorde te configureren in het BIOS-configuratiescherm: Zet de computer aan.
Pagina 98
De VAIO-computer gebruiken > De TPM gebruiken Door uw BIOS bij te werken met daartoe bestemde software zoals VAIO Update, worden de BIOS-instellingen teruggezet naar de standaardwaarden. Voer dan de bovenstaande stappen opnieuw uit. Het voltooien van het versleutelingsproces duurt enkele uren.
Randapparaten gebruiken > Randapparaten gebruiken U kunt de functies van de VAIO-computer uitbreiden met behulp van de verschillende poorten op de computer. ❑ De ruisonderdrukkende hoofdtelefoon gebruiken (pagina 100) ❑ Een poortreplicator aansluiten (pagina 107) ❑ Een optisch station aansluiten (pagina 115) ❑...
Randapparaten gebruiken > De ruisonderdrukkende hoofdtelefoon gebruiken De ruisonderdrukkende hoofdtelefoon gebruiken Er is mogelijk een ruisonderdrukkende hoofdtelefoon bij de computer geleverd. Sommige functies en opties in dit deel zijn mogelijk niet beschikbaar op uw computer. Zie de specificaties voor informatie over de configuratie van uw computer. De ruisonderdrukkende hoofdtelefoon is uitgerust met een ingebouwde microfoon die het omgevingsgeluid opvangt en een geluid met tegenfase produceert om het geluid te onderdrukken.
Randapparaten gebruiken > De ruisonderdrukkende hoofdtelefoon gebruiken Voor het gebruik van de ruisonderdrukkende hoofdtelefoon ❑ U kunt de ruisonderdrukkingsfunctie alleen gebruiken wanneer de meegeleverde ruisonderdrukkende hoofdtelefoon is aangesloten op de hoofdtelefoonaansluiting die deze functie ondersteunt. ❑ De ruisonderdrukkingsfunctie werkt niet bij geluid dat wordt afgespeeld op de volgende apparaten: ❑...
Pagina 102
Randapparaten gebruiken > De ruisonderdrukkende hoofdtelefoon gebruiken ❑ Wanneer de ruisonderdrukkingsfunctie niet lijkt te werken, koppelt u de meegeleverde hoofdtelefoon met ruisonderdrukking los en sluit u deze weer aan. ❑ Zorg dat de ingebouwde microfoon (1) van de hoofdtelefoon met ruisonderdrukking niet wordt geblokkeerd zodat de ruisonderdrukkingsfunctie goed kan functioneren.
Randapparaten gebruiken > De ruisonderdrukkende hoofdtelefoon gebruiken De ruisonderdrukkende hoofdtelefoon aansluiten Zo sluit u de ruisonderdrukkende hoofdtelefoon aan Steek de hoofdtelefoonkabel in de hoofdtelefoonaansluiting i. Het pictogram wordt weergegeven op de taakbalk om aan te geven dat de ruisonderdrukkingsfunctie is ingeschakeld en er verschijnt een ballonmelding vanaf het pictogram.
Randapparaten gebruiken > De ruisonderdrukkende hoofdtelefoon gebruiken Het effect van de ruisonderdrukkingsfunctie aanpassen De ruisonderdrukkende hoofdtelefoon die bij uw computer is geleverd is standaard geconfigureerd voor optimaal effect. Als u het idee hebt dat de ruisonderdrukkingsfunctie niet volledig effect heeft, kunt u het effect aanpassen met de schuifregelaar Ruisonderdrukkingsbeheer (Noise Canceling Control) in het venster Ruisonderdrukkende hoofdtelefoon (Noise Canceling Headphones).
Randapparaten gebruiken > De ruisonderdrukkende hoofdtelefoon gebruiken De richtingsgevoeligheid van de microfoon gebruiken Net zoals een gewone microfoon pikt de ingebouwde microfoon van de ruisonderdrukkende hoofdtelefoon omgevingsgeluid vanuit alle richtingen op. Met de richtingsgevoeligheidsfunctie van de microfoon kunt u echter de omgevingsgeluiden verminderen en vooral uw stem en geluiden opvangen die van voor en achter komen.
Randapparaten gebruiken > De ruisonderdrukkende hoofdtelefoon gebruiken Wat u moet doen als het pictogram en de ballon niet worden weergegeven Wanneer het pictogram van de ruisonderdrukking ( ) niet wordt weergegeven op de taakbalk en de ballon niet verschijnt, wijzigt u de instellingen van de ruisonderdrukkingsfunctie. Zo geeft u de ballon en het pictogram weer Klik op Start en selecteer Configuratiescherm.
Randapparaten gebruiken > Een poortreplicator aansluiten Een poortreplicator aansluiten Door een optionele poortreplicator aan te sluiten, kunt u extra randapparaten op de computer aansluiten, zoals een printer en een extern beeldscherm. De poorten van de poortreplicator DC IN-lampje Brandt als de poortreplicator is ingeschakeld. DC IN-poort (pagina 18) USB-poorten...
Randapparaten gebruiken > Een poortreplicator aansluiten De computer aansluiten op de poortreplicator Plaats de batterij voordat u de computer op de poortreplicator aansluit. U kunt de computer op de volgende manier aansluiten op de poortreplicator Gebruik de netadapter die is meegeleverd met de poortreplicator. Schakel de computer uit voordat u deze aansluit op de poortreplicator om verlies van niet-opgeslagen gegevens te voorkomen.
Pagina 109
Randapparaten gebruiken > Een poortreplicator aansluiten Zorg dat u de netadapterkabel aansluit zoals hieronder wordt geïllustreerd:...
Pagina 110
Randapparaten gebruiken > Een poortreplicator aansluiten Verwijder het kapje van de aansluiting voor de poortreplicator van de onderzijde van de computer. Het verwijderen van het kapje van de aansluiting voor de poortreplicator kan moeilijk zijn, het zit stevig vast op uw computer. Gebruik geen bovenmatige kracht bij het verwijderen om schade aan de computer of het kapje van de aansluiting voor de poortreplicator te voorkomen.
Pagina 111
Randapparaten gebruiken > Een poortreplicator aansluiten Leg de onderste hoeken aan de achterkant van de computer gelijk met de geleiders op de poortreplicator.
Pagina 112
Randapparaten gebruiken > Een poortreplicator aansluiten Druk de computer voorzichtig naar beneden totdat deze vastklikt. Klap het LCD-scherm open en zet de computer aan.
Randapparaten gebruiken > Een poortreplicator aansluiten De computer loskoppelen van de poortreplicator Schakel de computer uit voordat u deze van de poortreplicator loskoppelt om verlies van niet-opgeslagen gegevens te voorkomen. Als de batterij bijna leeg is en u de computer verwijdert van de poortreplicator, kan dit resulteren in verlies van niet-opgeslagen gegevens. De computer loskoppelen van de poortreplicator Til de computer van de poortreplicator.
Pagina 114
Randapparaten gebruiken > Een poortreplicator aansluiten Plaats het kapje van de aansluiting voor de poortreplicator terug op de onderzijde van de computer. ✍ Het is uiterst belangrijk dat u het kapje van de aansluiting voor de poortreplicator terugplaatst nadat u de computer van de poortreplicator hebt losgekoppeld.
Randapparaten gebruiken > Een optisch station aansluiten Een optisch station aansluiten Als uw computer niet is uitgerust met een ingebouwd optisch station, sluit u voor het werken met schijven een extern optisch station aan (niet meegeleverd). Een optisch station aansluiten Sluit een extern optisch station altijd aan op uw computer voordat u een vooraf geïnstalleerd schijfbedieningsprogramma start.
Pagina 116
Randapparaten gebruiken > Een optisch station aansluiten ✍ Zie de handleiding van het externe optische station voor gedetailleerde instructies voor het aansluiten van de USB-kabel op het station. Als u het station loskoppelt terwijl de computer zich in een energiebesparende modus (slaapstand of sluimerstand) bevindt, kan er een storing optreden.
Randapparaten gebruiken > Externe luidsprekers of een hoofdtelefoon aansluiten Externe luidsprekers of een hoofdtelefoon aansluiten U kunt externe geluidsapparatuur, zoals luidsprekers of een hoofdtelefoon (niet meegeleverd) aansluiten op uw computer. Externe luidsprekers aansluiten ✍ Sluit alleen luidsprekers aan die zijn ontworpen voor gebruik met een computer. Verlaag het volume vóór u de luidsprekers inschakelt.
Randapparaten gebruiken > Een externe monitor aansluiten Een externe monitor aansluiten Sommige functies en opties in dit deel zijn mogelijk niet beschikbaar op uw computer. Het afspelen van Blu-ray Discs op een aangesloten extern beeldscherm kan worden onderbroken, afhankelijk van het type video en de bitsnelheid. U kunt dit probleem mogelijk oplossen door de schermresolutie van het beeldscherm te verlagen.
Randapparaten gebruiken > Een externe monitor aansluiten Een beeldscherm of projector aansluiten U kunt een extern beeldscherm aansluiten op uw computer, zoals een computermonitor of een projector. Ofwel rechtstreeks op de computer of via de optionele poortreplicator. Zo sluit u een beeldscherm of projector aan De monitorpoort van de computer is niet bereikbaar als de computer op de poortreplicator is aangesloten.
Pagina 120
Randapparaten gebruiken > Een externe monitor aansluiten ✍ Indien nodig verbindt u de hoofdtelefoonaansluiting van de projector met de hoofdtelefoonaansluiting (4) i van de computer met een luidsprekerkabel (5). Uw computer voldoet aan de HDCP-standaard en kan het transmissiekanaal van digitale videosignalen coderen voor auteursrechtbeveiliging, zodat u een breed scala aan auteursrechtelijk beschermde inhoud van hoge kwaliteit kunt afspelen en weergeven.
Pagina 121
Randapparaten gebruiken > Een externe monitor aansluiten ✍ Als het externe beeldscherm is uitgerust met een HDMI-poort, sluit u een HDMI-kabel aan op de HDMI-uitvoerpoort van de computer en op de HDMI-poort van het beeldscherm. Om een TFT/DVI-beeldscherm aan te sluiten, gebruikt u een HDMI-naar-DVI-D-adapter om deze aan te sluiten op de HDMI-uitvoerpoort van de computer.
Stel het ingangskanaal van de tv in op de externe ingang. Stel het tv-configuratiesysteem in. Als een ander stuurprogramma wordt gebruikt dan het stuurprogramma van Sony, kan het voorkomen dat beeld of geluid niet wordt weergegeven. Gebruik altijd het door Sony meegeleverde stuurprogramma voor updates.
Pagina 123
Randapparaten gebruiken > Een externe monitor aansluiten ✍ Raadpleeg de handleiding van de tv voor meer informatie over het gebruik en de installatie. De HDMI-kabel verzendt zowel video- als audiosignalen.
Pagina 124
Randapparaten gebruiken > Een externe monitor aansluiten Zo sluit u een apparaat voor digitaal geluid van hoge kwaliteit aan tussen uw computer en een tv U kunt met een HDMI-aansluiting een thuisbioscoopinstallatie of ander apparaat voor surroundgeluid aansluiten tussen uw computer en de tv.
Randapparaten gebruiken > Weergavemodi selecteren Weergavemodi selecteren Wanneer er een externe monitor is aangesloten, kunt u het scherm van uw computer of de aangesloten monitor gebruiken als het hoofdscherm. De monitorpoort van de computer is niet bereikbaar als de computer op de poortreplicator is aangesloten. De resolutie van uw externe beeldscherm kan worden gewijzigd wanneer u de prestatiemodus wijzigt.
Randapparaten gebruiken > De meerdere-monitorsmodus gebruiken De meerdere-monitorsmodus gebruiken Dankzij de meerdere-monitorsmodus kunt u specifieke delen van het bureaublad weergeven op verschillende monitoren. Als u bijvoorbeeld een extern beeldscherm op de monitorpoort hebt aangesloten, kunnen uw computerscherm en het externe beeldscherm als één bureaubladmonitor fungeren.
Randapparaten gebruiken > De meerdere-monitorsmodus gebruiken Zo gebruikt u de meerdere-monitorsmodus De monitorpoort van de computer is niet bereikbaar als de computer op de poortreplicator is aangesloten. De resolutie van uw externe beeldscherm kan worden gewijzigd wanneer u de prestatiemodus wijzigt. Wanneer u de HDMI-uitvoerpoort van uw computer of de DVI-D-poort van de poortreplicator gebruikt, selecteert u de modus SPEED of AUTO met de prestatiekeuzeschakelaar.
Randapparaten gebruiken > Een externe microfoon aansluiten Een externe microfoon aansluiten U kunt een externe microfoon (niet meegeleverd) aansluiten op de computer. Een externe microfoon aansluiten Steek de microfoonkabel (1) in de microfoonconnector (2) m. ✍ Sluit alleen microfoons aan die zijn ontworpen voor gebruik met een computer.
Randapparaten gebruiken > Een USB-apparaat aansluiten Een USB-apparaat aansluiten U kunt een USB-apparaat (Universal Serial Bus), zoals een muis, diskettestation, luidspreker of printer, aansluiten op de computer. Een USB-apparaat aansluiten Kies de USB-poort (1) die u wilt gebruiken. Steek de USB-kabel (2) van het apparaat in de USB-poort.
Randapparaten gebruiken > Een USB-apparaat aansluiten Opmerkingen over het aansluiten van een USB-apparaat ❑ U moet voor gebruik mogelijk het stuurprogramma installeren dat bij het USB-apparaat werd geleverd. Raadpleeg de handleiding bij het USB-apparaat voor meer informatie. ❑ Gebruik voor het afdrukken van documenten een USB-printer die compatibel is met uw versie van Windows. ❑...
✍ i.LINK is een handelsmerk van Sony Corporation, dat enkel aanduidt dat het product een IEEE 1394-aansluiting bevat. De procedure voor het tot stand brengen van een i.LINK-verbinding kan variëren, afhankelijk van de toepassing, het besturingssysteem en het i.LINK-compatibele apparaat. Niet alle producten met een i.LINK-aansluiting kunnen met elkaar communiceren.
Randapparaten gebruiken > Een i.LINK-apparaat aansluiten Een digitale camcorder aansluiten Een digitale camcorder aansluiten Steek het ene uiteinde van een i.LINK-kabel (1) (niet meegeleverd) in de i.LINK-poort (2) van de computer en het andere uiteinde in de DV In-/Out-poort (3) van de digitale camcorder. ✍...
Uw VAIO-computer aanpassen In dit deel wordt kort beschreven hoe u de standaardinstellingen van uw VAIO-computer kunt aanpassen. U leert onder andere hoe u uw Sony-software en -hulpprogramma's kunt gebruiken en het uiterlijk ervan kunt aanpassen. ❑ Prestatiemodi selecteren (pagina 134) ❑...
Uw VAIO-computer aanpassen > Prestatiemodi selecteren Prestatiemodi selecteren Uw computer is uitgerust met een prestatiekeuzeschakelaar voor het wijzigen van de prestatiemodus zonder de computer opnieuw op te starten. Met deze schakelaar kunt u kiezen uit één van de drie prestatiemodi: twee modi die gebruik maken van een specifieke videocontroller en een andere modus die automatisch een van de twee kiest voor optimale prestaties.
Uw VAIO-computer aanpassen > Prestatiemodi selecteren Een prestatiemodus selecteren Schuif de prestatiekeuzeschakelaar (1) in de richting van de gewenste modus. Modustype Beschrijving STAMINA-modus Gebruikt de Intel Graphics Media Accelerator en schakelt enkele hardwareapparaten uit zodat de batterij minder snel leeg raakt. SPEED-modus Gebruikt de NVIDIA-videocontroller voor snellere prestaties.
Uw VAIO-computer aanpassen > Prestatiemodi selecteren De huidige prestatiemodus controleren ❑ Kijk welk indicatielampje van de prestatiemodus brandt: STAMINA, SPEED of AUTO. ❑ Kijk welk pictogram van de prestatiemodus wordt weergegeven in het Windows-systeemvak.
Om de computer op te starten voert u het opstartwachtwoord in nadat het VAIO-logo wordt weergegeven. Als u het computerwachtwoord vergeet, moet het wachtwoord opnieuw worden ingesteld waarvoor kosten in rekening worden gebracht. Neem contact op met een geautoriseerd service-/ondersteuningscentrum van Sony om het wachtwoord opnieuw te laten instellen. Zie Meer informatie over uw VAIO-computer...
Pagina 138
Uw VAIO-computer aanpassen > Het wachtwoord instellen ✍ Als uw computer is voorzien van een vingerafdruksensor en u het wachtwoord hebt ingesteld naast de functie voor vingerafdrukverificatie, kunt u in plaats van het wachtwoord vingerafdrukverificatie gebruiken als u de computer inschakelt. Zie Vingerafdrukverificatie gebruiken (pagina 82) voor meer informatie.
Uw VAIO-computer aanpassen > Het wachtwoord instellen Het opstartwachtwoord instellen Het opstartwachtwoord toevoegen (wachtwoord voor de computer) Zet de computer aan. Druk op F2 wanneer het VAIO-logo verschijnt. Het scherm BIOS Setup verschijnt. Als het scherm niet wordt weergegeven, start u de computer opnieuw op en drukt u meerdere keren op de toets F2 als het VAIO-logo verschijnt.
Uw VAIO-computer aanpassen > Het wachtwoord instellen Het opstartwachtwoord toevoegen (gebruikerswachtwoord) Zorg dat u het wachtwoord voor de computer eerder instelt dan het gebruikerswachtwoord. Zet de computer aan. Druk op F2 wanneer het VAIO-logo verschijnt. Het scherm voor wachtwoordinvoer wordt weergegeven. Als het scherm niet wordt weergegeven, start u de computer opnieuw op en drukt u meerdere keren op de toets F2 als het VAIO-logo verschijnt.
Pagina 141
Uw VAIO-computer aanpassen > Het wachtwoord instellen Het opstartwachtwoord wijzigen of verwijderen (wachtwoord voor de computer) Zet de computer aan. Druk op F2 wanneer het VAIO-logo verschijnt. Het scherm voor wachtwoordinvoer wordt weergegeven. Als het scherm niet wordt weergegeven, start u de computer opnieuw op en drukt u meerdere keren op de toets F2 als het VAIO-logo verschijnt.
Pagina 142
Uw VAIO-computer aanpassen > Het wachtwoord instellen Het opstartwachtwoord wijzigen of verwijderen (gebruikerswachtwoord) Zet de computer aan. Druk op F2 wanneer het VAIO-logo verschijnt. Het scherm voor wachtwoordinvoer wordt weergegeven. Als het scherm niet wordt weergegeven, start u de computer opnieuw op en drukt u meerdere keren op de toets F2 als het VAIO-logo verschijnt.
Uw VAIO-computer aanpassen > Het wachtwoord instellen Het Windows-wachtwoord instellen Het Windows-wachtwoord toevoegen Klik op Start en selecteer Configuratiescherm. Klik op het pictogram Gebruikersaccounts en Ouderlijk toezicht of Gebruikersaccounts. Klik op Gebruikersaccounts. Klik op Een wachtwoord voor uw account instellen onder Uw gebruikersaccount wijzigen. Voer in de velden Nieuw wachtwoord en Bevestig het nieuwe wachtwoord het wachtwoord van de account in.
Uw VAIO-computer aanpassen > Het wachtwoord instellen Het Windows-wachtwoord verwijderen Klik op Start en selecteer Configuratiescherm. Klik op het pictogram Gebruikersaccounts en Ouderlijk toezicht of Gebruikersaccounts. Klik op Gebruikersaccounts. Klik op Uw wachtwoord verwijderen. Voer in het veld Huidig wachtwoord het huidige wachtwoord in dat u wilt verwijderen. Klik op Wachtwoord verwijderen.
Uw VAIO-computer aanpassen > Intel(R) VT gebruiken Intel(R) VT gebruiken Met Intel(R) Virtualization Technology (VT) kunt u software voor hardwarevirtualisatie gebruiken om de prestaties van uw computer te verhogen. Intel VT is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de in uw computer geïnstalleerde processor. Neem contact op met de software-uitgever voor informatie over virtualisatie en het gebruik van software voor hardwarevirtualisatie.
Uw VAIO-computer aanpassen > VAIO Control Center gebruiken VAIO Control Center gebruiken Met het hulpprogramma VAIO Control Center kunt u systeeminformatie weergeven en voorkeuren voor de werking van het systeem instellen. VAIO Control Center gebruiken Klik op Start, ga naar Alle programma's en klik vervolgens op VAIO Control Center. Selecteer het gewenste besturingselement en wijzig de instellingen.
Uw VAIO-computer aanpassen > VAIO Energiebeheer gebruiken VAIO Energiebeheer gebruiken Dankzij energiebeheer kunt u energiebeheerschema's instellen voor werking op netstroom of batterijstroom, geheel aangepast aan uw eisen op het gebied van energieverbruik. VAIO Energiebeheer (VAIO Power Management) wordt toegevoegd aan Energiebeheer van Windows. Met deze softwaretoepassing kunt u de functies van Windows Energiebeheer gebruiken om een betere werking van de computer en een langere levensduur van de batterijen zeker te stellen.
Uw VAIO-computer aanpassen > De weergavetaal wijzigen De weergavetaal wijzigen Bij modellen met Windows 7 Ultimate of Windows 7 Enterprise kunt u het gewenste taalpakket downloaden en installeren. Zie de specificaties voor informatie over de configuratie van uw computer. Uw computer moet verbinding hebben met internet om een taalpakket te kunnen downloaden. Zie Het internet gebruiken (pagina 65) voor informatie over het verbinden van de computer met internet.
❑ Installeer geheugenmodules nooit zelf, tenzij u hiermee vertrouwd bent. ❑ Raak de connectors niet aan en open het kapje van het geheugenmodulecompartiment niet. Neem voor assistentie contact op met een geautoriseerd service-/ondersteuningscentrum van Sony. Zie Meer informatie over uw VAIO-computer (pagina 5) voor een centrum of vertegenwoordiger bij u in de buurt.
Uw VAIO-computer uitbreiden > Geheugen toevoegen en verwijderen Geheugen toevoegen en verwijderen Als u de functies van uw computer wilt uitbreiden, kunt u het geheugen uitbreiden door de geïnstalleerde geheugenmodule te vervangen. Voordat u een upgrade uitvoert voor het geheugen van uw computer, leest u de opmerkingen en procedures op de volgende pagina's.
Pagina 151
Uw VAIO-computer uitbreiden > Geheugen toevoegen en verwijderen ❑ Gebruik het speciale zakje dat wordt geleverd met de geheugenmodule of wikkel de module in aluminiumfolie om deze te beschermen tegen ESD. ❑ Het binnendringen van vloeistoffen, andere substanties of objecten in de geheugenmodulesleuven of in andere interne componenten van de computer leidt tot schade aan de computer.
Uw VAIO-computer uitbreiden > Geheugen toevoegen en verwijderen Een geheugenmodule verwijderen en installeren Een geheugenmodule verwisselen of toevoegen Sluit de computer af en koppel alle randapparaten los. Haal de stekker uit het stopcontact en verwijder de batterij. Wacht ongeveer een uur tot de computer is afgekoeld. Schroef de twee schroeven (aangegeven door de onderstaande pijlen) onder op de computer los en verwijder het kapje van het geheugenmodulecompartiment.
Pagina 153
Uw VAIO-computer uitbreiden > Geheugen toevoegen en verwijderen Verwijder de momenteel geïnstalleerde geheugenmodule als volgt: ❑ Trek de palletjes in de richting van de pijlen (1). De geheugenmodule komt nu los. ❑ Zorg dat de geheugenmodule omhoog kantelt en trek deze naar buiten in de richting van de pijl (2). Haal de nieuwe geheugenmodule uit de verpakking.
Pagina 154
Uw VAIO-computer uitbreiden > Geheugen toevoegen en verwijderen Schuif de geheugenmodule in de geheugenmodulesleuf en druk deze naar binnen totdat deze vastklikt. Raak geen andere onderdelen van het moederbord aan dan de geheugenmodule. Zorg dat u de connectorkant van de geheugenmodule in de sleuf steekt met de inkeping in de module op één lijn met het kleine uitstekende deel in de geopende sleuf.
Pagina 155
Uw VAIO-computer uitbreiden > Geheugen toevoegen en verwijderen De geheugencapaciteit controleren De geheugencapaciteit controleren Zet de computer aan. Klik op Start, ga naar Alle programma's en klik vervolgens op VAIO Control Center. Klik op Systeeminformatie (System Information) en Systeeminformatie (System Information). U kunt de geheugencapaciteit van het systeem bekijken in het rechterdeelvenster.
Voorzorgsmaatregelen > Voorzorgsmaatregelen In dit deel worden de veiligheidsrichtlijnen en voorzorgsmaatregelen beschreven om beschadiging van de VAIO-computer te voorkomen. Sommige functies en opties in dit deel zijn mogelijk niet beschikbaar op uw computer. ❑ Veiligheidsinformatie (pagina 157) ❑ Verzorging en onderhoud (pagina 159) ❑...
Voorzorgsmaatregelen > Veiligheidsinformatie Veiligheidsinformatie Computer ❑ Gebruik de computer op een stevig en stabiel oppervlak. ❑ Zorg voor voldoende luchtcirculatie om te voorkomen dat de temperatuur in de computer te hoog oploopt. Plaats de computer nooit op zachte oppervlakken zoals tapijten, dekens, banken of bedden, of in de nabijheid van gordijnen, omdat hierdoor de ventilatieopeningen geblokkeerd kunnen raken.
Pagina 158
❑ Stel de batterij nooit bloot aan een temperatuur van meer dan 60°C (bijvoorbeeld in direct zonlicht of in een auto die geparkeerd staat in de zon). ❑ Voor uw veiligheid wordt het ten zeerste aanbevolen alleen originele oplaadbare batterijen en netadapters van Sony te gebruiken die voldoen aan de kwaliteitsstandaard. Deze worden door Sony geleverd voor uw VAIO-computer. Sommige VAIO-computers werken alleen met een goedgekeurde Sony-batterij.
Voorzorgsmaatregelen > Verzorging en onderhoud Verzorging en onderhoud Computer ❑ Reinig de behuizing met een zachte, droge doek, of eventueel met een licht bevochtigde doek met een milde oplossing van een schoonmaakmiddel. Gebruik nooit schuursponsjes, schuurmiddelen of oplosmiddelen zoals alcohol en benzeen, omdat deze de afwerkingslaag van de computer kunnen beschadigen.
Voorzorgsmaatregelen > Met de computer omgaan Met de computer omgaan ❑ Als er een voorwerp of vloeistof in de computer terechtkomt, sluit u de computer onmiddellijk af, haalt u de stekker uit het stopcontact en verwijdert u de batterij. Het is aan te raden de computer door een gekwalificeerde reparateur te laten nakijken voordat u de computer weer gebruikt.
Pagina 161
Wacht in een dergelijke situatie minimaal een uur voordat u de computer inschakelt. Als zich een probleem voordoet, schakelt u de computer uit, verwijdert u de stekker uit het stopcontact en neemt u contact op met een geautoriseerd service-/ondersteuningscentrum van Sony. Zie Meer informatie over uw VAIO-computer (pagina 5) voor een centrum of vertegenwoordiger bij u in de buurt.
❑ Wijzig de standinstelling van het LCD-scherm niet in het venster Tablet PC-instellingen, zelfs niet wanneer er wijzigingsopties beschikbaar zijn, aangezien dit de computer instabiel maakt. Sony accepteert geen aansprakelijkheid voor defecten die voortvloeien uit gewijzigde instellingen.
❑ U kunt een contactdoos met een stroomstootbeveiliging kopen. Dit apparaat helpt voorkomen dat de computer beschadigd raakt door stroomstoten, die zich bijvoorbeeld kunnen voordoen tijdens onweer met bliksem. ❑ Gebruik uitsluitend de netadapter die wordt geleverd met de computer of originele Sony-producten. Gebruik geen enkele andere netadapter omdat hierdoor een storing kan worden veroorzaakt.
Voorzorgsmaatregelen > Met de ingebouwde camera omgaan Met de ingebouwde camera omgaan ❑ Raak het lensbeschermoppervlak aan de voorzijde van de ingebouwde camera niet aan. Als u dit wel doet, kunnen er krassen in het oppervlak ontstaan, die te zien zijn op de vastgelegde beelden. ❑...
Voorzorgsmaatregelen > Met schijven omgaan Met schijven omgaan ❑ Vingerafdrukken en stof op het oppervlak van een schijf kunnen tot leesfouten leiden. Houd een schijf altijd vast bij de rand en het gat in het midden, zoals hieronder wordt weergegeven: ❑...
❑ Laad de batterij op geen enkele andere manier op dan zoals beschreven in deze gebruikershandleiding of zoals schriftelijk door Sony voorgeschreven. ❑ Er wordt hitte gecumuleerd in de batterij terwijl deze wordt gebruikt of opgeladen. Dit is normaal en is geen reden tot bezorgdheid.
Voorzorgsmaatregelen > Met 'Memory Sticks' omgaan Met 'Memory Sticks' omgaan ❑ Raak de connector van een 'Memory Stick' niet aan met uw vingers of een metalen voorwerp. ❑ Gebruik alleen het label dat wordt geleverd bij de 'Memory Stick'. ❑ U moet de 'Memory Stick' niet buigen, laten vallen of blootstellen aan schokken. ❑...
Voorzorgsmaatregelen > Met het ingebouwde opslagapparaat omgaan Met het ingebouwde opslagapparaat omgaan Het ingebouwde opslagapparaat, harde schijf of SSD (solid state drive), heeft een hoge opslagdichtheid en kan in hoog tempo gegevens lezen of schrijven. Het is echter kwetsbaar wanneer het onjuist wordt gebruikt. Als het ingebouwde opslagapparaat beschadigd is, kunnen de gegevens niet worden hersteld.
❑ Zorg ervoor dat u een back-up maakt van de gegevens op het ingebouwde opslagapparaat, met name van de gegevens in de gecodeerde archieven die gemaakt zijn met de functie File Safe, voordat u de computer opstuurt voor reparatie. Sony accepteert geen enkele aansprakelijkheid voor enig verlies van of enige wijziging aan uw gegevens tijdens de reparatie.
❑ Het onderhoud en beheer van gegevens die via TPM's zijn beveiligd, moet op eigen risico worden uitgevoerd. Sony accepteert geen enkele aansprakelijkheid voor enige defecten die voortvloeien uit uw gegevensonderhoud en -beheer.
Problemen oplossen > Problemen oplossen In dit deel wordt beschreven hoe u veelvoorkomende problemen met de VAIO-computer kunt oplossen. Veel problemen zijn eenvoudig op te lossen. Gebruik VAIO Care als u met deze suggesties uw problemen niet kunt oplossen. Zie VAIO Care gebruiken (pagina 33) om de software te openen.
❑ Condens kan een storing in uw computer veroorzaken. Als dit gebeurt, mag u de computer gedurende ten minste één uur niet gebruiken. ❑ Controleer of u de meegeleverde Sony-netadapter gebruikt. Voor uw veiligheid dient u alleen de originele oplaadbare batterij en netadapter van Sony te gebruiken. Deze worden door Sony geleverd voor uw VAIO-computer.
Pagina 174
Problemen oplossen > Computerbediening Wat moet ik doen als het groene stroomlampje gaat branden, maar er niets op mijn scherm verschijnt? ❑ Druk meerdere keren op Alt+F4 om het toepassingsvenster te sluiten. Er kan zich een toepassingsfout hebben voorgedaan. ❑ Als de toetsen Alt+F4 geen effect hebben, klikt u op Start, vervolgens op de pijl naast de knop Afsluiten en daarna op Opnieuw opstarten om de computer opnieuw op te starten.
Problemen oplossen > Computerbediening Wat moet ik doen als de computer of software niet meer reageert? ❑ Als de computer niet meer reageert terwijl er een softwaretoepassing wordt uitgevoerd, drukt u op de toetsen Alt+F4 om het toepassingsvenster te sluiten. ❑...
❑ Als het probleem zich blijft voordoen, betekent dit dat de batterij niet compatibel is. Verwijder de batterij en neem contact op met een geautoriseerd service-/ondersteuningscentrum van Sony. Zie Meer informatie over uw VAIO-computer (pagina 5) voor een centrum of vertegenwoordiger bij u in de buurt.
Pagina 177
Problemen oplossen > Computerbediening Waarom wordt in het venster Systeemeigenschappen een lagere processorsnelheid weergegeven dan de maximale snelheid? Dit is normaal. Aangezien uw computerprocessor een technologie voor regeling van de processorsnelheid gebruikt om energie te besparen, kan in Systeemeigenschappen de huidige processorsnelheid worden weergegeven in plaats van de maximale snelheid.
Pagina 178
Problemen oplossen > Computerbediening Waarom wordt mijn scherm niet uitgeschakeld nadat de tijd voor automatisch uitschakelen is verstreken? Sommige schermbeveiliging of softwaretoepassingen zijn ontworpen om tijdelijk de functie van het besturingssysteem uit te schakelen waarmee na een bepaalde periode zonder activiteit het computerscherm wordt uitgeschakeld of de computer in de slaapstand wordt gezet.
Problemen oplossen > Systeemupdate/beveiliging Systeemupdate/beveiliging Hoe vind ik belangrijke updates voor mijn computer? U kunt de nieuwste updates vinden en installeren op uw computer met de softwaretoepassingen Windows Update en VAIO Update. Zie Uw computer bijwerken (pagina 31) voor meer informatie. Hoe kan ik de installatie van Windows-updates plannen op mijn computer? Het besturingssysteem Microsoft Windows is vooraf op uw computer geïnstalleerd.
Problemen oplossen > Herstel Herstel Hoe maak ik Herstelmedia? U kunt Herstelmedia maken met VAIO Care. De media worden gebruikt om uw computersysteem te herstellen naar de standaardfabrieksinstellingen. Voor het maken van de media, opent u VAIO Care (pagina 33) en klikt u vervolgens op Herstel (Recovery &...
Pagina 181
Problemen oplossen > Herstel Hoe controleer ik de grootte van het herstelgebied? Op het ingebouwde opslagapparaat staat het herstelgebied waarin de gegevens voor systeemherstel zijn opgeslagen. Voer de volgende stappen uit om de grootte van het herstelgebied te controleren. Klik op Start, klik met de rechtermuisknop op Computer en selecteer Beheren. Klik op Schijfbeheer onder Opslag in het linkerdeelvenster.
Pagina 182
Problemen oplossen > Herstel Hoe verklein ik de grootte van het herstelgebied? Op het ingebouwde opslagapparaat staat het herstelgebied waarin de gegevens voor systeemherstel zijn opgeslagen. Indien uw computer een ingebouwd SSD-station bevat, kunt u het herstelgebied minimaliseren door deze gegevens te verwijderen. Plaats een Herstelmedia in het optische schijfstation terwijl de computer in de normale modus staat, schakel de computer uit en schakel deze weer in.
Problemen oplossen > Batterij Batterij Hoe weet ik wat de oplaadstatus van de batterij is? Aan de hand van het lampje voor batterijlading kunt u controleren hoever de batterij is opgeladen. Zie De batterij opladen (pagina 24) voor meer informatie. Wanneer werkt de computer op netstroom? Als uw computer met de netadapter op een stopcontact is aangesloten, werkt deze op netstroom, zelfs als de batterij is geplaatst.
Pagina 184
Problemen oplossen > Batterij Kan mijn computer in de sluimerstand gaan terwijl de batterij wordt gebruikt? Uw computer kan in de sluimerstand gaan terwijl de batterij wordt gebruikt, maar sommige softwareprogramma's en randapparaten kunnen voorkomen dat de sluimerstand wordt geactiveerd. Als u een programma gebruikt dat voorkomt dat de sluimerstand wordt geactiveerd, slaat u uw gegevens regelmatig op om te voorkomen dat u gegevens kwijtraakt.
Pagina 185
❑ Als het probleem zich blijft voordoen, betekent dit dat de batterij niet compatibel is. Verwijder de batterij en neem contact op met een geautoriseerd service-/ondersteuningscentrum van Sony. Zie Meer informatie over uw VAIO-computer (pagina 5) voor een centrum of vertegenwoordiger bij u in de buurt.
Problemen oplossen > Ingebouwde camera Ingebouwde camera Waarom worden er in de zoeker geen beelden of beelden van slechte kwaliteit weergegeven? ❑ De ingebouwde camera kan niet tegelijk worden gebruikt in meer dan één softwaretoepassing. Sluit de huidige toepassing af voor u een andere opent. ❑...
Pagina 187
Problemen oplossen > Ingebouwde camera Wat moet ik doen als er bij het afspelen van films frames verloren gaan als de computer de batterij gebruikt? De batterij is bijna leeg. Sluit uw computer aan op een stopcontact. Wat moet ik doen als vastgelegde beelden flikkeren? Dit probleem doet zich voor als u de camera gebruikt bij tl-licht.
Problemen oplossen > Netwerk (LAN/draadloos LAN) Netwerk (LAN/draadloos LAN) Wat moet ik doen als mijn computer geen verbinding kan maken met een draadloos LAN-toegangspunt? ❑ De beschikbaarheid van de verbinding wordt beïnvloed door de afstand en door obstakels. Mogelijk moet u uw computer verder weg van obstakels of dichter bij een gebruikt toegangspunt plaatsen.
Pagina 189
Problemen oplossen > Netwerk (LAN/draadloos LAN) ❑ Zorg ervoor dat Maximale prestaties is geselecteerd voor Instellingen voor de adapter voor draadloos netwerk in het venster Energiebeheer. Als er een andere optie is geselecteerd, kan er een communicatiefout optreden. Voer de volgende stappen uit om de instellingen te wijzigen: Rechtsklik op het pictogram met de energiebeheerstatus op de taakbalk en selecteer Energiebeheer.
Pagina 190
Problemen oplossen > Netwerk (LAN/draadloos LAN) Wat moet ik doen als ik geen toegang tot het internet krijg? ❑ Controleer de instellingen voor het toegangspunt. Raadpleeg de handleiding van uw toegangspunt voor meer informatie. ❑ Controleer of uw computer en het toegangspunt verbinding met elkaar hebben. ❑...
Pagina 191
Wat zijn kanalen? ❑ Draadloze LAN-communicatie vindt plaats over gedeelde frequentiebanden, kanalen genoemd. Draadloze LAN-toegangspunten van andere fabrikanten kunnen zijn ingesteld op andere kanalen dan Sony-apparaten. ❑ Als u een draadloos LAN-toegangspunt gebruikt, raadpleegt u de verbindingsinformatie in de handleiding bij uw toegangspunt.
Problemen oplossen > Draadloos WAN Draadloos WAN Wat moet ik doen als mijn computer geen verbinding kan maken met draadloos WAN? ❑ Zorg dat de batterij correct is geïnstalleerd en is opgeladen. ❑ Controleer of de simkaart 3G-mogelijkheden heeft en is geactiveerd door uw telecomprovider. Volg bij het plaatsen van de simkaart de procedure in Een simkaart plaatsen (pagina 73).
Problemen oplossen > Bluetooth-technologie Bluetooth-technologie Wat moet ik doen als andere Bluetooth-apparaten mijn computer niet kunnen vinden? ❑ Controleer of de Bluetooth-functie op beide apparaten is ingeschakeld. ❑ Controleer of de WIRELESS-schakelaar is ingeschakeld en of het WIRELESS-lampje op uw computer brandt. ❑...
Pagina 194
Problemen oplossen > Bluetooth-technologie Wat moet ik doen als andere Bluetooth-apparaten geen verbinding met mijn computer kunnen maken? ❑ Bekijk de suggesties in Wat moet ik doen als ik het Bluetooth-apparaat waarmee ik wil communiceren niet kan vinden? (pagina 193). ❑...
Pagina 195
Problemen oplossen > Bluetooth-technologie Kan ik een apparaat met Bluetooth-technologie in vliegtuigen gebruiken? Met Bluetooth-technologie verzendt de computer een radiofrequentie van 2,4 GHz. Op gevoelige locaties, zoals ziekenhuizen en vliegtuigen, kunnen beperkingen gelden voor het gebruik van Bluetooth-apparaten om radiostoring te voorkomen. Vraag het personeel of het gebruik van de Bluetooth-functie op de computer is toegestaan.
Pagina 196
Problemen oplossen > Bluetooth-technologie Wat moet ik doen als ik geen geluid hoor via mijn hoofdtelefoon of audio-/videocontroller? Controleer of uw hoofdtelefoon of audio-/videocontroller de SCMS-T-inhoudsbeveiliging ondersteunt. Wijzig anders de SCMS-T-instellingen om het apparaat te verbinden met A2DP (Advanced Audio Distribution Profile). Voer de volgende stappen uit om de SCMS-T-instellingen te wijzigen: ✍...
Problemen oplossen > Optische schijven Optische schijven Waarom blijft mijn computer hangen als ik probeer een schijf te lezen? De schijf die uw computer probeert te lezen is mogelijk vuil of beschadigd. Voer de volgende stappen uit: Druk op de toetsen Ctrl+Alt+Delete en klik op de pijl naast de knop Afsluiten en daarna op Opnieuw opstarten om de computer opnieuw op te starten.
Pagina 198
Problemen oplossen > Optische schijven Wat moet ik doen als ik niet naar behoren een schijf op mijn computer kan beluisteren? ❑ Controleer of de schijf met het label omhoog in het optische station is geplaatst. ❑ Controleer of de benodigde toepassingen zijn geïnstalleerd aan de hand van de instructies van de fabrikant. ❑...
Pagina 199
Problemen oplossen > Optische schijven ❑ Controleer of de juiste stuurprogrammasoftware is geïnstalleerd. Voer de volgende stappen uit: Klik op Start en selecteer Configuratiescherm. Klik op Systeem en beveiliging. Klik op Systeem. Klik op Apparaatbeheer in het linkerdeelvenster. Het venster Apparaatbeheer verschijnt met een lijst van de hardwareapparaten van uw computer. Als er een "X"...
Pagina 200
Problemen oplossen > Optische schijven Wat moet ik doen als ik geen Blu-ray Discs kan afspelen of wanneer mijn computer instabiel wordt tijdens het afspelen van een Blu-ray Disc? ❑ Controleer of uw optische station Blu-ray Discs ondersteunt. ❑ Wanneer u Blu-ray Disc-media met beveiliging van het auteursrecht doorlopend wilt afspelen, moet u de AACS-code bijwerken.
Pagina 201
Problemen oplossen > Optische schijven Waarom kan ik geen gegevens naar Blu-ray Discs schrijven? ❑ Controleer of uw optische station de functie voor het beschrijven van Blu-ray Discs ondersteunt. ❑ BD-R-schijven zijn niet beschrijfbaar. U kunt geen gegevens op BD-R-schijven toevoegen of wissen. Wat moet ik doen als het externe optische station niet goed werkt? Zorg dat het externe optische station is aangesloten op de netvoeding en op de USB-poort van uw computer.
Problemen oplossen > Beeldscherm Beeldscherm Waarom gaat mijn scherm uit? ❑ Uw computerscherm kan uitgaan als de computer geen stroom meer krijgt of als een energiebesparingsmodus wordt geactiveerd (slaapstand of sluimerstand). Als de computer op LCD (Video) slaapstand staat, drukt u op een toets om het computerscherm te activeren.
Pagina 203
Problemen oplossen > Beeldscherm Wat moet ik doen als ik geen goed beeld heb? ❑ Selecteer Ware kleuren (32-bits) voor de weergavekleuren voordat u software voor video's of afbeeldingen gebruikt of u een DVD bekijkt. Door een andere optie te selecteren kan dergelijke software beelden mogelijk niet goed weergeven. Voer de volgende stappen uit om de weergavekleuren te wijzigen: Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en selecteer Schermresolutie.
Pagina 204
Problemen oplossen > Beeldscherm Waarom geeft mijn scherm geen video weer? ❑ Als het externe beeldscherm voor de uitvoer is geselecteerd, maar het externe beeldscherm niet is aangesloten, kunt u geen videobeeld op uw computerscherm zien. Stop het afspelen van de video, wijzig de uitvoer naar het computerscherm en speel de video opnieuw af.
Pagina 205
Problemen oplossen > Beeldscherm Hoe voer ik Windows Aero uit? Voer de volgende stappen uit om Windows Aero uit te voeren: Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en selecteer Aan persoonlijke voorkeur aanpassen. Selecteer het gewenste thema van Aero-thema's. Zie Windows Help en ondersteuning voor informatie over de functies van Windows Aero, zoals Windows Flip 3D.
Problemen oplossen > Afdrukken Afdrukken Wat moet ik doen als ik geen document kan afdrukken? ❑ Controleer of uw printer aanstaat en of de printerkabel correct is aangesloten op de poorten van de printer en uw computer. ❑ Controleer of uw printer compatibel is met het Windows-besturingssysteem dat op uw computer is geïnstalleerd. ❑...
Problemen oplossen > Microfoon Microfoon Wat moet ik doen als de microfoon niet werkt? ❑ Als u een externe microfoon gebruikt, controleert u of de microfoon is ingeschakeld en correct is aangesloten op de microfoonaansluiting van uw computer. ❑ Mogelijk is uw geluidsinvoerapparaat verkeerd geconfigureerd. U configureert het geluidsinvoerapparaat door de volgende stappen uit te voeren: Sluit alle geopende programma's.
Problemen oplossen > Luidsprekers Luidsprekers Wat moet ik doen als ik geen geluid hoor via de ingebouwde luidsprekers? ❑ Als u een programma gebruikt dat een eigen volumeregeling heeft, controleert u of het volume correct is ingesteld. Raadpleeg de Help van dat programma voor meer informatie. ❑...
Pagina 209
Problemen oplossen > Luidsprekers Wat moet ik doen als de externe luidsprekers niet werken? ❑ Bekijk de suggesties in Wat moet ik doen als ik geen geluid hoor via de ingebouwde luidsprekers? (pagina 208). ❑ Als u een programma gebruikt dat een eigen volumeregeling heeft, controleert u of het volume correct is ingesteld. Raadpleeg de Help van dat programma voor meer informatie.
Problemen oplossen > Touchpad Touchpad Wat moet ik doen als het touchpad niet werkt? ❑ Mogelijk hebt u het touchpad uitgeschakeld voor u een muis op uw computer hebt aangesloten. Zie Het touchpad gebruiken (pagina 38). ❑ Zorg ervoor dat er geen muis op de computer is aangesloten. ❑...
Problemen oplossen > Toetsenbord Toetsenbord Wat moet ik doen als de toetsenbordconfiguratie onjuist is? De taalindeling van het toetsenbord van uw computer staat vermeld op de doos. Als u een andere toetsenbordindeling kiest tijdens de installatie van Windows, komt de toetsenconfiguratie niet overeen. Voer de volgende stappen uit om de toetsenbordconfiguratie te wijzigen: Klik op Start en selecteer Configuratiescherm.
Problemen oplossen > Diskettes Diskettes Waarom verschijnt het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen niet op de taakbalk wanneer het diskettestation is aangesloten? Uw computer herkent het diskettestation niet. Controleer eerst of de USB-kabel correct is aangesloten op de USB-poort. Als u de aansluiting moet herstellen, wacht dan enkele ogenblikken, zodat de computer het station kan herkennen.
Problemen oplossen > Audio/video Audio/video Wat moet ik doen als ik mijn DV-camcorder niet kan gebruiken? Als wordt aangegeven dat het i.LINK-apparaat losgekoppeld of uitgeschakeld is, is de i.LINK-kabel mogelijk niet goed aangesloten op de poort op uw computer of camcorder. Verwijder de kabel en sluit hem opnieuw aan. Zie Een i.LINK- apparaat aansluiten (pagina 131) voor meer informatie.
Pagina 214
Problemen oplossen > Audio/video Hoe wijzig ik het geluidsuitvoerapparaat? Als u geen geluid hoort via het op een poort aangesloten apparaat (zoals de USB-poort, HDMI-uitgang, optische uitgang of hoofdtelefoonaansluiting) moet u het apparaat voor geluidsuitvoer wijzigen. Wanneer u de HDMI-uitvoerpoort van uw computer gebruikt, selecteert u de modus SPEED of AUTO met de prestatiekeuzeschakelaar. Zie Prestatiemodi selecteren (pagina 134) voor modusselectie.
Pagina 215
Problemen oplossen > Audio/video Wat moet ik doen als ik geen geluid hoor via het geluidsuitvoerapparaat dat op de HDMI-uitvoerpoort, optische uitvoerpoort of hoofdtelefoonaansluiting is aangesloten? Wanneer u de HDMI-uitvoerpoort van uw computer gebruikt, selecteert u de modus SPEED of AUTO met de prestatiekeuzeschakelaar. Zie Prestatiemodi selecteren (pagina 134) voor modusselectie.
Problemen oplossen > 'Memory Stick' 'Memory Stick' Wat moet ik doen als ik een 'Memory Stick' die op een VAIO-computer is geformatteerd, niet op andere apparaten kan gebruiken? U moet uw 'Memory Stick' mogelijk opnieuw formatteren. Als u een 'Memory Stick' formatteert, worden alle gegevens die er eerder op zijn opgeslagen, zoals muziekgegevens, verwijderd.
Problemen oplossen > Randapparatuur Randapparatuur Wat moet ik doen als ik een USB-apparaat niet kan aansluiten? ❑ Controleer indien van toepassing of het USB-apparaat is ingeschakeld en een eigen stroomvoorziening gebruikt. Als u bijvoorbeeld een digitale camera gebruikt, controleert u of de batterij is opgeladen. Als u een printer gebruikt, controleert u of de stroomkabel correct is aangesloten op het stopcontact.
Problemen oplossen > Poortreplicator Poortreplicator Waarom kan ik mijn TFT/DVI-monitor die is aangesloten op de DVI-D-poort niet gebruiken? Wanneer u de DVI-D-poort van de poortreplicator gebruikt, selecteert u de modus SPEED of AUTO met de prestatiekeuzeschakelaar. Zie Prestatiemodi selecteren (pagina 134) voor modusselectie.
Walkman is een gedeponeerd handelsmerk van Sony Corporation. i.LINK is een naam om te verwijzen naar IEEE 1394. i.LINK en het i.LINK-logo " " zijn handelsmerken van Sony Corporation. Intel, Pentium, Intel SpeedStep en Atom zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation.
Pagina 220
SDHC-logo is een handelsmerk. SDXC-logo is een handelsmerk. Het ExpressCard-woordmerk en -logo zijn eigendom van PCMCIA en het gebruik van dergelijke merken door Sony Corporation valt onder een licentieovereenkomst. Andere handelsmerken en handelsnamen zijn eigendom van hun respectieve eigenaars. HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
Sony Corporation is in geen geval aansprakelijk voor incidentele schade, gevolgschade of bijzondere schade, hetzij als gevolg van een onrechtmatige daad, een overeenkomst of om andere redenen, die voortvloeit uit of verband houdt met deze handleiding, de software of andere hierin opgenomen informatie of het gebruik daarvan.