Verbinding maken met andere apparaten
3
Selecteer een apparaat om verbinding mee te maken.
4
Accepteer het Wi-Fi Direct-verbindingsverzoek op het andere apparaat om te bevestigen.
Gegevens verzenden en ontvangen
U kunt gegevens, zoals contacten of mediabestanden, met andere apparaten delen. De volgende
handelingen zijn een voorbeeld van het verzenden van een afbeelding naar een ander apparaat.
Een afbeelding verzenden
1
Tik op Galerij op het scherm alle Apps.
2
Selecteer een afbeelding.
3
→ Wi-Fi Direct en selecteer een apparaat om de afbeelding naar over te zetten.
Tik op
4
Accepteer het Wi-Fi Direct-verbindingsverzoek op het andere apparaat.
Als de apparaten al zijn verbonden, wordt de afbeelding verzonden naar het andere apparaat
zonder de procedure voor verbindingsverzoeken.
Een afbeelding ontvangen
Wanneer een ander apparaat u een afbeelding stuurt, moet u het Wi-Fi Direct-verbindingsverzoek
accepteren. Als de apparaten al zijn verbonden, wordt de afbeelding ontvangen op uw apparaat
zonder de procedure voor verbindingsverzoeken. De ontvangen afbeelding wordt opgeslagen in de
map Download. Als u de map wilt openen, opent u het scherm Alle apps en tikt u op Galerij →
→ Album → Download.
De apparaatverbinding beëindigen
1
Tik op het scherm Alle apps op Instellingen → Wi-Fi.
2
Tik op → Wi-Fi Direct.
Het apparaat geeft de verbonden apparaten weer in de lijst.
3
Tik op EINDE VERBINDING → OK om de verbinding tussen de apparaten te verbreken.
129