Faxfuncties
• Als u uw faxnummer wijzigt of als u het apparaat aansluit op een
andere telefoonlijn, moet u DRPD opnieuw instellen.
• Nadat u DRPD hebt ingesteld, belt u opnieuw naar uw faxnummer
om te controleren of het apparaat antwoordt met een faxtoon. Bel
vervolgens naar een ander nummer dat aan dezelfde lijn is
toegekend om te controleren of de oproep wordt doorgeschakeld
naar uw intern telefoontoestel of naar het antwoordapparaat dat is
aangesloten op de EXT-uitgang.
38
Ontvangen in veilige ontvangstmodus
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of
optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 8).
Mogelijk wilt u niet dat faxberichten die tijdens uw afwezigheid
binnenkomen door anderen worden bekeken. Als u de veilige
ontvangstmodus inschakelt, worden alle inkomende faxen in het geheugen
opgeslagen. U kunt de faxen vervolgens afdrukken door het wachtwoord in
te voeren.
Als u de veilige ontvangstmodus wilt gebruiken, moet u het menu
activeren via
(faxen) >
op het bedieningspaneel.
Ontvangen faxen afdrukken
1
Selecteer
(faxen) >
Afdrukken op het bedieningspaneel.
2
Voer een wachtwoord van vier cijfers in en druk op OK.
3
Alle in het geheugen opgeslagen faxberichten worden afgedrukt.
39
Faxen op beide zijden van het papier afdrukken
• Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu's
mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze
opties niet van toepassing op uw apparaat.
• Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model
of de optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 8).
(Menu) > Faxfunctie > Veilige ontv.
(Menu) > Faxfunctie > Veilige ontv. >
4. Speciale functies
272