Extra printer instellen
13
Zet de printer aan.
14
Stel de printersoftware zodanig in dat de optionele lade wordt herkend. Zie
printerstuurprogramma toevoegen" op pagina 40
Kabels aansluiten
LET OP—KANS OP LETSEL: Tijdens onweer moet u dit product niet installeren en geen elektrische verbindingen
leggen of kabels en snoeren zoals een netsnoer, fax of USB-kabel aansluiten.
Sluit de printer aan op de computer met een USB-kabel of op het netwerk met een ethernetkabel.
Zorg dat de volgende items met elkaar overeenkomen:
•
het USB-symbool op de kabel met het USB-symbool op de printer
•
de juiste ethernetkabel op de ethernetpoort
Onderdeel
1
Aansluiting van de stroomkabel van de printer
2
Internal Solutions Port (ISP) of aansluiting voor vaste schijf van
printer.
Opmerking: Als de printer draadloze verbinding ondersteunt,
bevindt de draadloze antenne zich hier.
3
Ethernetpoort
4
USB-poorten
5
USB-printerpoort
Let op—Kans op beschadiging: Raak tijdens het afdrukken de USB-kabel, draadloze netwerkadapters of het
aangegeven deel van de printer niet aan. Dit kan leiden tot gegevensverlies of een storing.
voor meer informatie.
Tot
Sluit de printer aan op een goed geaard stopcontact.
Sluit een ISP of een vaste schijf voor een printer aan.
Sluit de printer aan op een netwerk.
Bevestig een toetsenbord.
Sluit de printer aan op de computer.
"Beschikbare opties van het
39