BEDIENING
DE T 757 GEBRUIKEN – INSTELLINGENMENU
AMPLIFIER SETUP (VERSTERKERINSTELLINGEN)
Als de surroundluidsprekers niet in de hoofdzone worden gebruikt, kunnen
de versterkerskanalen hiervan worden toegewezen aan Main Back, Main
Front (Bi-Amp) en multizonegebruik.
De surroundversterker kan via de volgende instellingen worden
geconfigureerd:
Main Back: Toewijzen als surroundluidsprekers.
Main Front (Bi-Amp): Een bi-versterkersmodus voor de hoofdluidspre-
kers voor (links en rechts), wat betekent dat de versterkerkanaaluitgan-
gen voor linksvoor en rechtsvoor worden gereproduceerd.
Zone 2: Wijs de surroundversterkerskanalen toe aan de luidsprekeruit-
gangen van Zone 2 vanaf de surroundluidsprekeraansluitingen.
TRIGGER SETUP (TRIGGERINSTELLINGEN)
De T 757 is voorzien van een configureerbare +12V DC Trigger-uitgang
die kan worden gebruikt om een component of systeem waarop deze is
aangesloten, te activeren. Er is tevens een trigger-ingang beschikbaar om
de koppelingen, waarop deze is aangesloten, in te schakelen.
Triggers zijn laagspanningssignalen, waarmee andere apparaten worden
in- en uitgeschakeld. De +12 V DC-uitgang kan aan drie opties worden
toegewezen: Main, Zone 2 en Source Setup (broninstallatie).
Main: Er staat +12 V DC op de toegewezen triggeruitgang wanneer de
T 757 is ingeschakeld.
Zone 2: Wanneer de Zone 2 is ingeschakeld, staat er +12 V DC op de
toegewezen triggeruitgang.
Source Setup (broninstellingen): Als de trigger-uitgang is gekoppeld
aan "Source Setup", dan staat er +12 V DC op de triggeruitgang zodra
deze bron wordt geselecteerd.
DELAY (VERTRAGING)
Het is mogelijk om in te stellen of er een +12 V DC-signaal op de trigger-
uitgang staat. Als er +12 V DC zonder vertraging beschikbaar moet zijn op
het moment dat de triggeruitgang aan de toegewezen instelling wordt
gekoppeld, moet Delay op 0 seconden worden ingesteld. In alle andere
gevallen kan een vertraging tussen 1 en 15 seconden worden ingesteld.
26
LISTENING MODE SETUP (INSTELLINGEN LUISTERMODUS)
De T 757 beschikt over verschillende luistermodi die voor een groot deel
configureerbaar zijn. Met deze opties kunnen verschillende geluidseffecten
worden weergegeven, afhankelijk van de inhoud van de bron die wordt
afgespeeld. Onderstaande instellingen kunnen met de toetsen [A/S] of
[ENTER] en [D/F] worden ingesteld.
LISTENING MODES (LUISTERMODI)
Het audioformaat dat door de geselecteerde bron wordt waargenomen, kan
via de volgende opties automatisch worden geconfigureerd en verwerkt:
DOLBY
Dolby Digital is het multikanaals digitaal-signaalformaat dat in de laborato-
ria van Dolby is ontwikkeld. Schijfjes met "het dubbele D-symbool" werden
opgenomen met maximaal 5.1 kanalen aan digitale signalen, wat leidde tot
een veel betere geluidskwaliteit, met dynamische en ruimtelijke geluidssen-
saties die veel beter zijn dan die bij het oudere Dolby Surround.
Een Dolby Digital-audioingang kan als volgt afhankelijk van de indeling
ervan, worden geconfigureerd
Stereo: Als de gedetecteerde audio in Dolby stereo is, kunt u als stan-
daard één van de volgende instellingen kiezen - Pro Logic, PLIIx Movie,
PLIIx Music of None.
Surround: Als de gedetecteerde audio in Dolby Surround is, kunt u als
standaard één van de volgende instellingen kiezen - Surround EX, PLIIx
Movie, and PLIIx Music, Stereo Downmix of None.
None: Als "None" (Geen) is geselecteerd, wordt het Dolby Digital-signaal
standaard ingesteld op de instellingen "Stereo" of "Surround" die worden
uiteengezet bij de optie "PCM". Zie de uitleg hieronder over "PCM".