Gebruik werkingsmodus COOL/HEAT/DRY/FAN
OPMERKING
In het geval dat er geen lucht wordt geblazen wanneer het
apparaat begint te verwarmen.
De werkingsmodus kan ook worden ingesteld of gewijzigd
wanneer de airconditioner niet aangeschakeld is.
Werkingstemperatuur airconditioner
■ Gebruik het apparaat binnen het onderstaande werkingsbereik. Gebruik buiten dit bereik kan resulteren in inschakeling van beveilig-
ingselementen waardoor het apparaat niet kan worden gebruikt.
Buitentemperatuur
Ca. -15 tot 46°C
Binnentemperatuur
Ca. 18 tot 32°C
Vochtigheid binnen
Minder dan ca. 80%
Het langdurig gebruik van het apparaat bij een
vochtigheidsniveau van meer dan 80% kan
resulteren in condensvorming op het oppervlak van
binnenapparaat, wat waterdruppels tot gevolg heeft.
Kenmerken van werkingsmodus HEAT
Mechanisme en capaciteit van werkingsmodus HEAT
■ Mechanisme
Het apparaat haalt warmte uit de koude buitenlucht, brengt die naar binnen en verwarmt de kamer. Een eigenschap van een warmtepom-
psysteem is dat de verwarmingscapaciteit afneemt wanneer de temperatuur van de buitenlucht kouder wordt.
Het kan een tijdje duren voordat de airconditioner warme lucht afgeeft, wanneer u het apparaat inschakelt.
Indien de buitentemperatuur erg laag wordt, is het verstandig een aanvullende warmtebron te gebruiken.
Ontdooien
Indien de buitentemperatuur laag wordt en de vochtigheid hoog is, kan de warmtewisselaar in het buitenapparaat bevriezen, hetgeen ef-
ciënte verwarming verhindert.
Als dat gebeurt, is de automatische ontdooifunctie geactiveerd en tijdens het ontdooien stopt de verwarming gedurende 5 tot 15
minuten.
De ventilator in zowel het binnen- als het buitenapparaat stopt en de indicator RUN knippert langzaam (1,5 sec. ON, 0,5 sec. OFF) tijdens
het ontdooien.
Het buitenapparaat kan stoom afgeven tijdens het ontdooien. Dit is om het ontdooien te helpen en is geen storing.
De werkingsmodus HEAT wordt hervat, zodra het ontdooien is voltooid.
1
Druk op de knop MODE.
Stel in op de gewenste modus.
(Cool),
2
Druk op de knop ON/OFF.
3
Druk op de knop TEMP.
Druk op de knop
Aanbeveling
4
Druk op de knop FAN SPEED.
Stel de gewenste ventilatorsnelheid in.
De ventilatorsnelheid kan niet worden ingesteld wanneer het apparaat zich
in de DRY-modus bevindt.
Pagina 27
Koelfunctie
NL-14
(Heat),
(Dry),
(Fan)
of
voor de gewenste temperatuur.
Om te stoppen:
Druk op de knop ON/OFF.
Verwarmingsfunctie
Ca. -15 tot 24°C
Ca. 10 tot 30°C