11
Verzorging en
onderhoud
Verzorging
Reinig de apparaten alleen met een vochtige
n
doek. (bijv. met behulp van een vloeibare huis-
houdreiniger). Gebruik geen scherpe, schu-
rende of oplosmiddelen bevattende reinigings-
middelen.
Onderhoud
AANWIJZING!
Conform VDI 6023 en DIN 1988- Deel 8
moeten boilers jaarlijks aan een inspectie
onderworpen en regelmatig onderhouden
worden. Wij raden aan om elke twee jaar de
warmwaterboiler te reinigen. Het is handig om
deze werkzaamheden tegelijkertijd bij het
onderhoud van de warmtepomp uit te voeren,
om kosten te besparen. Het regelmatige, gron-
dige en vakkundige onderhoud en reiniging van
de boiler moet altijd door geschoold vakperso-
neel worden uitgevoerd. De vakman kan op
locatie het beste bepalen hoe vaak de warmwa-
terboiler onderhouden en gereinigd moet
worden. Ter bescherming van een geëmail-
leerde warmwaterboiler heeft het gebruik van
opofferingsanodes zich bewezen. Door het
grote elektrische spanningsverschil met ijzer
gebruikt de opofferingsanode geen extra span-
ningsbron. Bij het onderhoud en de reiniging
van het reservoir moet de anode visueel
worden gecontroleerd. Wij raden aan om deze
werkzaamheden elke 2 jaar uit te voeren. Als
de anode voor meer dan 2/3 is verbruikt, moet
deze door een nieuwe worden vervangen.
n
We adviseren een onderhoudsovereenkomst
voor een jaarlijkse onderhoudsbeurt met een
gespecialiseerd bedrijf af te sluiten.
Op deze manier is de bedrijfszekerheid van de
installatie altijd gegarandeerd!
n
Controleer regelmatig de werking van de veilig-
heidskleppen.
De expansiewaterhoeveelheid is bij volledige ver-
warming (ca. 80 °C) ca. 3,5% van de inhoud van
het reservoir. Bij het heffen of draaien van de vei-
ligheidstestknop in de stand "Controleren" moet
het water ongehinderd uit het veiligheidsklepele-
ment in de afvoertrechter stromen.
VOORZICHTIG!
Hierbij kunnen de koudwatertoevoer en onder-
delen van de aansluitgarnituur van het reservoir
heet worden!
Als de reservoirs niet worden verwarmd of als er
geen warmwater wordt afgetapt, mag uit de veilig-
heidsklep geen water druppelen. Als dit wel het
geval is, is de waterleidingdruk of de verwarmings-
druk bij de installatie meer dan de toegestane
waarde of is de veiligheidsklep defect. Als de
waterleidingdruk hoger is dan toegestaan, moet
een drukreduceerklep worden gebruikt.
Bij sterk kalkhoudend water moet het kalk in het
reservoir na een of twee gebruiksjaren door een
vakman worden verwijderd. De reiniging geschiedt
door de flensopening.
1.
Leeg het reservoir
2.
Verwijder de verwarmingsflens
3.
Reinig het reservoir
4.
Plaats de flens met een nieuwe afdichting
terug. Haal daarbij de schroeven kruislings
aan met een aanhaalmoment van 42 Nm
Het speciaal geëmailleerde binnenreservoir
van de warmwaterbereiding mag niet in aan-
raking komen met oplosmiddel voor ketel-
steen. Werk nooit met een ontkalkingspomp!
5.
Spoel het apparaat grondig door
6.
Vul en ontlucht het reservoir weer na een
succesvolle reiniging
7.
Controleer het opwarmingsproces zoals bij
de eerste ingebruikname. De ingebouwde
beschermingsanode moet regelmatig met
tussenpozen van max. 2 jaar door een des-
kundige technicien worden gecontroleerd en
deze controle moet worden gedocumenteerd.
Tijdens de servicewerkzaamheden moeten
de reinigings- en serviceflens worden geo-
pend en moet het reservoir op eventuele
indringing en verontreinigingen worden
gecontroleerd en gereinigd.
Alleen bij gebruik van een externe stroomanode:
De verlichte indicator van de vreemde stroom-
anode moet regelmatig worden bewaakt.
Hierbij geldt:
groen = installatie is ok
rood knipperend = storing in de werking (raadpleeg
in dit geval de klantenservice).
Voorwaarde voor een probleemloze werking is dat
het reservoir met water is gevuld.
23