Er moet een constructiegeteste veiligheidsgroep
conform DIN 1988 voor gesloten warmwaterberei-
ders in de wateraansluiting van de koudwaterlei-
ding (koudwatertoevoer) worden ingebouwd.
De wateraansluiting mag uitsluitend geschieden
middels een goedgekeurde membraanveiligheids-
klep of een aansluitarmatuur met membraanveilig-
heidsklepcombinatie (geen zuigerklep) voor druk-
vaste reservoirs! Een veiligheidsklepcombinatie
Afb. 5: Reservoiraansluiting conform DIN 1988
1: Afsluitklep
2: Drukreduceer
3: Testvoorziening
4: Terugstroomklep
5: Aansluitplaats voor meetinrichting
6: Afsluitklep
7: Veiligheidsklep met uitblaasleiding en trechters-
ifon
Om een storingsvrije werking van de aansluitarma-
tuur te waarborgen, mag deze uitsluitend worden
gemonteerd in vorstbestendige ruimtes. De afvoer
van de veiligheidsklep moet open en waarneem-
baar zijn en de afvoerleiding van de druppelvanger
(expansiewatertrechter) moet in het afwateringska-
naal zijn gebracht, zodat vorst of verstopping door
vuil en dergelijke geen storing kunnen veroor-
zaken.
A
EWS
S 08
9
8
8: Doorstroomt membraan-expansievat (aanbe-
9: Doorstroomsensor voor dynamische hygiëne-
A: Reservoir
B: Warmwater
C: Koudwater
bestaat uit een afsluit-, proef-, retour-, aftap- en
veiligheidsklep met expansiewateraftap en wordt
tussen de koudwatertoevoerleiding en de koudwa-
tertoevoer van het reservoir ingebouwd volgens de
hieronder in de afbeelding weergegeven volgorde:
B
ZWP
7
6
5
4
3
2
volen indien op de huishoudelijke aansluiting
drukschommelingen verwacht kunnen worden)
functie
Tussen de veiligheidsklep en de koudwatertoevoer
van het reservoir mag geen afsluitklep of andere
soort smoorklep worden ingebouwd.
De veiligheidsklep moet op een aanspreekdruk zijn
ingesteld die onder de nominale druk van het
reservoir ligt. Voor een definitieve aansluiting van
het reservoir moet de koudwatertoevoerleiding
worden doorgespoeld.
C
1
19