6.8.1
Dimensionering rookgasafvoer- en luchttoevoersysteem
De diameter wordt bepaald door de totale lengte, inclusief aansluitpijp, en het verloop van
het rookkanaal (zoals bij inmeten is vastgesteld) en het type ketel. Een te kleine diameter kan
leiden tot storing. Zie tabel 6.8.2.a voor keuze van het systeem met de juiste diameter. De
tabel toont de maximale afvoerlengte bij verschillende ketelvermogens.
Toelichting op tabel 6.8.1.a:
Tweepijps afvoersysteem:
Concentrisch afvoersysteem:
Bij toepassing van bochten moet de opgegeven waarde achter elke bocht van de maximale
rechte lengte afgetrokken worden (zie voorbeeld).
Dimensionering van de rookgasafvoer- en luchttoevoerleiding
Type
Diameter concentrisch 60/100 (standaard uitvoering)
Rechte lengte (B)
Weerstand 45°
Weerstand 87°
Diameter concentrisch 80/125*
Rechte lengte (B)
Weerstand 45°
Weerstand 87°
Diameter parallel 80/80 **
Rechte lengte (A)
Weerstand 45°
Weerstand 87°
* mogelijk met concentrische adapter 80/125 (RA10C0P0)
** mogelijk met parallel adapter 80/80 (RA10T0P0)
maximale opgegeven lengte = afstand tussen
maximale opgegeven lengte = afstand tussen
m
m
m
m
m
m
m
m
m
Voorbeeld:
Een P20C met een concentrisch
afvoersysteem ø60/100mm heeft
volgens de tabel een maximale
rechte afvoerlengte van 15 m.
In het toe te passen systeem
moeten 2x een 45° bocht
opgenomen worden.
De maximale afvoerlengte wordt
dan:
15 - 2x1,3 = 12,4m.
Figuur 6.8.1.a
ketel en dakdoorvoer A.
ketel en dakdoorvoer B.
P20C
P28C
P35C
15
9
9
-1,3
-1,9
50
45
45
-1,9
-3
50
45
45
-0,9
-1,4
Stromingsrichting
concentrisch
Tabel 6.8.1.a
Rookgassen
Lucht
Lucht
47