Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Controle Van De Spanning Van De Acculading; Ingangen En Uitgangen; Zonelijnen - Teknim TFP-40x Series Installatie- En Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Conventionele brandalarmpanelen Serie TFP-40x
moeten stevig worden bevestigd met schroeven. Vervolgens worden de einden weergegeven met B2 en B3
aangesloten op de voedingscontactdoos van de accu met de voedingskabel van de accu.
Het systeem gebruikte de netvoeding als primaire voeding. Slimme laadcircuits zijn ontworpen om accu's altijd op
volle capaciteit te houden.
In het geval, dat de stroomtoevoer wordt onderbroken, opent de slimme oplader automatisch de accuaansluitingen
en schakelt het systeem uit om de bruikbare levensduur van de accu's te verlengen, wanneer de accuspanning
daalt onder 20,5V. Als de stroomtoevoer is hersteld, keren de accu's automatisch terug naar de oplaadstatus.
5.5

Controle van de spanning van de acculading

De spanning van de acculading werd ingesteld in de fabriek op 27,6 VDC bij 20°C. Daarom is het niet nodig om de
laadspanning van de accu's opnieuw in te stellen. Maar als er bij het opladen van de accu's problemen optreden,
moeten de volgende stappen worden genomen:
1
Nadat de accu is losgekoppeld en het paneel de storingsmelding "Geen accu" weergeeft, mag er geen
spanning te zien zijn op de accuconnector van het paneel.
2
Het frontdeksel van het paneel moet worden geopend en het apparaat zal overgaan naar Toegangsniveau 3.
Op dit niveau is de warmtecompensatie van het slimme laadsysteem gedeactiveerd.
3
De uitgangsspanning van de netvoeding moet worden gecontroleerd. In dit geval moet de uitgangsspanning
27,75 ±50mV bedragen. Als de uitgangsspanning niet op dit niveau ligt, moet de uitgangsspanning op dit
niveau worden gebracht via de instelpotentiometer in de buurt van de voeding.
4
Wanneer de aanpassing van de uitgangsspanning van de voeding is voltooid, moet het paneel teruggeplaatst
worden naar toegangsniveau 1.
5
Wanneer een lege accu (~ 22V) opnieuw wordt aangesloten op het paneel, moet zichtbaar zijn, dat de
spanning tussen de accupolen snel stijgt. Als dit niet het geval is, is er een probleem met de accu of het
paneel.
5.6

Ingangen en uitgangen

Relaisuitgangen: Het paneel heeft 2 potentiaalvrije relaisuitgangen, die bestand zijn tegen een stroom van 2A
bij 30 VDC. Deze potentiaalvrije relais zijn een brandrelais (normaal niet bekrachtigd "NO") en een storingsrelais
(normaal bekrachtigd "NC").
Belangrijke opmerking: De relais van de brandmeldcentrale zijn signaalrelais. Als deze relais een apparaat
als opdrachtrelais moeten bedienen, moet er een contactor tussen worden geplaatst. Als er geen contactor wordt
gebruikt, wanneer de relaisuitgangen worden gebruikt in een toepassing, die hoge stroom afneemt, kan het
paneel beschadigd raken en valt deze situatie buiten de garantie.
Sirene-uitgangen: Het paneel beschikt over 2 sirene-uitgangen van 24 V DC 500 mA met automatische terugkeer
en zekeringsbescherming. Door te veel stroom door deze uitgang te trekken veroorzaakt, dat het paneel fouten
meldt. Deze uitgang wordt bewaakt door de end-of-line weerstand tegen open circuits en kortsluitingen. De kabel
van de toevoerleiding van de sirene moet een kabel van 2x1,5 mm
"9.2 Bijlage-Elektrisch / Afbeelding 6 Sireneverbinding.
Alarmrelais: In geval van een brandalarm vanuit de detectiezones of wanneer de knop "Sirene Aan / Uit" aan de
voorkant van het paneel wordt ingedrukt, wordt deze geactiveerd door het wisselen van contacten. De knop wordt
gebruikt om een ander systeem aan te sturen. Om het actieve relais te herstellen moet de brandstatus worden
geëlimineerd en moet de Reset-knop in het paneel worden ingedrukt.
Storingsrelais: Dit wordt geactiveerd door het wisselen van contacten in geval van een foutmelding van het
systeem en wanneer het paneel geen stroom krijgt. Het storingsrelais keert automatisch terug naar zijn vorige
positie met de opheffing van de storingsstatus.
AUX-uitgang (externe voedingsuitgang): Het paneel is voorzien van een externe voedingsuitgang 24VDC
500mA met automatische zekeringsbescherming. In geval van stroomuitval wordt de externe voedingsuitgang
gevoed, totdat de accu de uitschakelspanning bereikt.
5.7

Zonelijnen

De conventionele panelen TFP-40x kunnen op twee manieren worden gebruikt, als 4- of als 8-zone-apparaten.
Detectiecircuits leveren stroom (24 VDC) aan de detectoren en de knoppen en zorgen er tegelijkertijd voor, dat de
signalen zoals brandalarm, kortsluiting en gebroken lijn overgedragen worden naar het paneel. Maximaal 32
detectoren of alarmknoppen kunnen aangesloten zijn op de zonelijn. De kabel gecodeerd 1x2x0,8+0,8JY(st)Y moet
TFP-40X INSTALLATIE- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
2
zijn. De verbindingen worden weergegeven in
10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Teknim TFP-40x Series

Inhoudsopgave