8
Bedieningspaneel
Duur van het gekozen programma : Nadat u een programma gekozen heeft, wordt de
tijdsduur in uren en minuten aangegeven (bijvoorbeeld 2.05 ). De duur wordt automatisch
berekend op basis van de aanbevolen maximale lading voor elk type wasgoed. Na de start
van het programma wordt de resterende tijd elke minuut bijgewerkt.
Alarmcodes
Als de werking van de wasmachine problemen oplevert, kunnen er alarmcodes worden
aangegeven, bijvoorbeeld
(zie hoofdstuk "Wat moet u doen als...").
Einde programma
Als het programma is afgelopen wordt er een knipperende nul
weergegeven, het con-
trolelampje DEUR ( 10.2 ), het HOOFDWAS controlelampje ( 10.1 ) en het controlelampje
van toets 8 gaan uit en de deur kan geopend worden.
Verkeerde optiekeuze
Indien een optie gekozen is die niet compatibel is met het ingestelde wasprogramma, wordt
de melding Err gedurende ongeveer 2 seconden weergegeven en begint het gele contro-
lelampje van toets 8 te knipperen.
7.2 Startuitstel:
Het gekozen uitstel (max. 20 uur), ingesteld met de betreffende toets, wordt gedurende 3
seconden op het display weergegeven, daarna verschijnt de duur van het eerder geselec-
teerde programma. Het symbool 7.2 verschijnt op het display. De tijdsduur van het uitstel
neemt per uur met een eenheid af. Als er nog maar 1 uur resteert, neemt de tijd per minuut
af.
7.3 Kinderslot:
Als uw wasgoed niet binnen 10 minuten na afloop van het programma uit de machine
wordt gehaald, schakelt de achtergrondverlichting van het display uit en wordt het ener-
giebesparende systeem geactiveerd.
Alleen het controlelampje van toets 8 knippert om aan te geven dat de machine uitge-
schakeld moet worden.
Door op een willekeurige toets te drukken haalt u het apparaat uit de energiebesparende
modus en kunt u een ander wasprogramma instellen of het apparaat uitschakelen.
Controlelampjes (10)
Nadat u op toets 8 heeft gedrukt, gaat het con-
trolelampje WASSEN ( 10.1 ) branden.
Als het controlelampje 10.1 aan gaat, betekent dit
dat de machine in werking is.
Het controlelampje DEUR ( 10.2 ) geeft aan of de
deur geopend kan worden:
• lampje aan: de deur kan niet geopend worden.
• lampje knippert: de deur wordt geopend.
• lampje uit: De deur kan nu geopend worden.
Als de machine extra spoelgangen uitvoert, gaat
het controlelampje EXTRA SPOELGANG ( 10.3 )
branden. Raadpleeg voor het toevoegen van een
extra spoelgang "Een extra spoelgang kiezen".