9. EXTRA FUNCTIES
9.1 Ga als volgt te werk voor gebruik: Kinderslot
Als de functie aanstaat, kan de oven niet per ongeluk worden geactiveerd.
Stap 1
Zorg ervoor dat de knop voor de verwarmingsfuncties in de uit-stand staat.
Stap 2
Herhaal stap 2 om het Kinderslot uit te schakelen.
9.2 Hoe te gebruiken: functievergrendeling
U kunt de functie alleen inschakelen als de oven in werking is. Wanneer de functie is
ingeschakeld, kunnen de temperatuur- en tijdinstellingen niet per ongeluk worden gewijzigd.
Stap 1
Stel een ovenfunctie in.
Stap 2
Het signaal klinkt. Loc verschijnt 5 seconden op het display.
Herhaal stap 2 om de Functievergrendeling uit te schakelen.
Loc verschijnt op het display wanneer u de regelknop draait of op een willekeurige knop drukt
wanneer de Functievergrendeling is ingeschakeld. Wanneer u aan de knop voor de
ovenfuncties draait, stopt de oven.
Wanneer u de oven uitschakelt terwijl de Functievergrendeling is ingeschakeld, schakelt de
Functievergrendeling automatisch over naar de Kinderslot. Raadpleeg 'Aanvullende functies',
hoofdstuk 'Kinderslot gebruiken'.
9.3 Koelventilator
Als de oven in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de
oppervlakken van de oven koel te houden. Als u de oven uitschakelt, kan de koelventilator
blijven werken totdat de oven is afgekoeld.
22/44
,
- houd tegelijkertijd 2 seconden ingedrukt.
,
- houd tegelijkertijd 2 seconden ingedrukt.